De overheid heeft de nadelen van marktwerking in bijvoorbeeld het notariaat en de zorg onderschat. Het is daarom tijd voor een publiek debat over marktwerking. Dat stelt vice president Herman Tjeenk Willink van de Raad van State in het woensdag verschenen jaarverslag.
Volgens Tjeenk Willink heeft de politiek onvoldoende onderkend welke gevolgen de privatisering van overheidsdiensten zou hebben. “Niet meer het algemeen belang staat voorop, maar het maken van winst.” Tjeenk Willink noemt als voorbeeld de notarissen. Die mogen sinds tien jaar concurreren op prijs. Mogelijk is de kwaliteit van hun diensten sindsdien gedaald. “Maar het probleem bij bijvoorbeeld een testament is dat de kwaliteit vaak pas na jaren blijkt,” zei Tjeenk Willink bij de presentatie van het jaarverslag .
Het teveel aan marktwerking in de publieke sector leidt volgens Tjeenk Willink ook tot ondermijning van het vertrouwen dat mensen in de overheid hebben. Als de kwaliteit van publieke diensten achterblijft, wordt de overheid daarop aangekeken. De overheid kan echter weinig doen, omdat de uitvoering van de diensten in particuliere handen is gebracht.
Tjeenk Willink stelt dat opnieuw moet worden onderzocht “welke taken zo essentieel zijn voor het maatschappelijk verkeer dat ze niet aan de private sector alleen kunnen worden overgelaten”. Van het terugdraaien van privatisering is hij niet per se een voorstander. “Je kunt niet zomaar zeggen: we moeten terug naar vroeger. De wereld is veranderd.”
Eerder uitte ook toenmalig minister minister Donner van Justitie, thans Sociale Zaken, twijfels over de marktwerking in het notariaat. Hij stelde in Notariaat Magazine dat hij zelf – ware hij destijds als minister verantwoordelijk geweest – niet besloten zou hebben om tot marktwerking in het notariaat over te gaan. (9 april 2009)