Het Bureau financieel toezicht (Bft) voorziet een stevige uitbreiding van zijn rol als toezichthouder voor het notariaat. Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde Jaarverslag 2007. Het Bft wordt naar eigen zeggen “integraal toezichthouder voor het notariaat” op het gebied van kwaliteit en integriteit. Een ambitieuze doelstelling: de kans voor een notariskantoor op een bezoekje van het Bft is nu eens in de veertien jaar.
De toezichthouder gaat er van uit dat de dubbelrol van de Kamer van Toezicht (KvT) zal worden opgesplitst. Het toezicht zal naar de Bft gaan en de kamer wordt omgevormd tot een kamer van tucht. De invulling van de rol als toezichthouder ziet het Bft als een “uitdaging voor de toekomst”.
Om die uitgebreide rol te kunnen vervullen moet het Bft inzicht krijgen in de kwaliteitsonderzoeken van de KNB en de ingediende klachten bij de kamers van tucht. Ook moet het Bft meer informatie krijgen van het kadaster.
Ondanks de ambities is er in veel gevallen een daling in de cijfers te constateren als het om toezicht op individuele gevallen gaat. Zowel in de categorieën ‘oplettend toezicht’ (financiële risico) als ‘verscherpt toezicht’ (financieel gevaar) is er een daling van het aantal notarissen in deze categoriën ten opzichte van 2006.
Klachten en onderzoek
Tot 31 december 2007 heeft de sector Financieel Toezicht van het Bft 38 klachten tegen notarissen ingediend bij de Kamers van Toezicht. 22 klachten werden ingediend naar aanleiding van onderzoeken bij notarissen, en 16 klachten werden ingediend naar aanleiding van niet (tijdig) indienen van de jaarstukken. Het Bft vindt het “opmerkelijk dat het aantal klachten dat wordt ingediend naar aanleiding van feitelijk ter plaatse uitgevoerde onderzoeken, toeneemt”.
In 2007 zijn 224 onderzoeken bij notariskantoren uitgevoerd. In 2006 waren dat er in totaal 260. De onderzoeken in 2007 hadden betrekking op 409 notarissen, tegenover 472 in 2006. Van de 224 onderzoeken worden er negentien gekwalificeerd als bijzondere onderzoeken. De bevindingen van de bijzondere onderzoeken geven reden tot zorg, stelt het Bft in het rapport. De daling van het aantal uitgevoerde onderzoeken ten opzichte van 2006 is veroorzaakt door het feit dat twee onderzoekers zich met managementtaken hebben bezig gehouden in de periode dat er geen directeur Financieel Toezicht bij het Bft was.
In de afgelopen vijf jaar zijn er 38 klachten ingediend waarbij de negatieve bewaring (tekort op de derdengeldenrekening) als bevinding is aangemerkt. De helft hiervan komt voor rekening van 2007. Klachten naar aanleiding van een negatieve bewaringspositie worden ernstig bevonden door het Bft.
Weigering inzage
Het Bureau noemt als zorg “de weigering van de klassieke geheimhouders om de sector Wid/Mot Toezicht van het Bft (…) inzage te verschaffen in dossiers. De tuchtprocedures bij het notariaat hebben niet geleid tot een bevestiging van het (afdwingbare) recht van een toezichthouder om zelfstandig kennis te nemen van de relevante dossiers en daarbij behorende geldstromen ter beoordeling van de naleving van de Wid en de Wet Mot door deze professionals.” Er wordt overlegd met het ministerie van Justitie over aanpassing van de wettelijke bevoegdheden.
Daarnaast is het Bft dertig criminele netwerken op het spoor, maar kan het daar niets mee: “Op dit moment heeft het Bft wél uitgebreide kennis omtrent onder andere 270 thans (bewust) niet-gemelde, in de BFT dossiers goed gedocumenteerde, ongebruikelijke transacties, maar kan deze vanwege wettelijke beperkingen rond het verstrekken van deze informatie niet beschikbaar maken voor het Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) en de de opsporingsdiensten.”
Doordat met deze informatie niets wordt gedaan, komt volgens het Bft “een dertigtal samenwerkingverbanden van fraudeurs niet in beeld”. “Dit maakt transacties afwikkelen via de derdenrekening van de notaris aantrekkelijk voor partijen die deze handelingen willen verhullen. Aangetroffen gedragingen duiden naar het inzicht van het Bft op onder andere hypotheekfraude, oplichting, belastingfraude en witwassen,” aldus het jaarverslag. (24 juli 2008)