De Rotterdamse notarissen die eergisteren gearresteerd werden op verdenking van hypotheekfraude en deelname aan een criminele organisatie blijven voorlopig vastzitten. Hun advocaten betwisten de rechtmatigheid van de aanhouding en deden al een vergeefse poging ze direct op vrije voeten te krijgen. “Het is stoerdoenerij. De aanhouding was totaal niet nodig.” Het OM in Rotterdam zegt intussen dat er nog meer notarissen op de lijst van verdachte personen in het hypotheekfraudeonderzoek staan.
P. W., J. B. van N. en H. van der W. zitten nog vast en worden vrijdag voorgeleid aan de rechter-commissaris. In een volgens de woordvoerder van het OM “ongebruikelijke zet” hebben de advocaten een zogeheten rechtmatigheidstoets (RM-toets) aangevraagd. Bij deze snelle toets wordt bekeken of de arrestatie van de notarissen rechtmatig is. In alle drie gevallen is de arrestatie vooralsnog rechtmatig bevonden.
Hypotheekfraude
De drie werden maandagochtend gearresteerd vanwege hun rol in een grootschalige hypotheekfraude-zaak. Eerder nam justitie bij een inval documenten van de drie in beslag. Zij gingen in cassatie, maar Hoge Raad besliste eind vorig jaar dat de inbeslagname terecht was, en de drie zich niet op hun verschoningsrecht en geheimhoudingsplicht konden beroepen. Uit onderzoek van de documenten bleek volgens het OM de betrokkenheid van de drie notarissen bij de fraude, dat daarop tot arrestatie overging. Justitie wil de zaak tegen de drie voor het einde van dit jaar voor de rechter hebben.
De advocaat van P. W., Arthur van Stigt van Sjöcona Van Stigt, vindt de aanhouding van W. “disproportioneel” en heeft de rechter-commissaris verzocht de rechtmatigheid van de aanhouding van zijn cliënt te onderzoeken. “Als je gronden hebt om te vermoeden dat een aanhouding onrechtmatig is, dan zou het zuur zijn om je cliënt drie dagen te laten zitten,” aldus Van Stigt.
Een RM-toets voor een aanhouding wordt normaal gesproken pas na drie dagen en 15 uur door de rechter-commissaris gedaan, maar is nu dus naar voren gehaald. Tevergeefs, want de rechter-commissaris heeft bepaald dat de aanhoudingen voorlopig niet onrechtmatig zijn. De notarissen blijven in voorarrest tot vrijdag. Dan wordt bepaald of ze nog langer vast blijven zitten, of dat ze in afwachting van het proces worden vrijgelaten.
Stoerdoenerij
Van Stigt beticht het OM van “stoerdoenerij”. “De aanhouding was totaal niet nodig. Ik heb de officier van justitie al lang vantevoren aangeboden dat mijn cliënt zich zou melden als dat nodig was. Ik denk dat het te maken heeft met het hardere beleid dat het OM de laatste jaren voert. Het wil de tanden laten zien.”
Volgens het OM is er geen enkel verband tussen de schorsing in de tuchtzaak tegen P. W. vorige week, en zijn arrestatie. “We werden daar compleet door verrast,” aldus de woordvoerder van het OM. Gevraagd of er nog andere notarissen betrokken zijn in het Alijda-onderzoek naar de hypotheekfraude, beantwoord de woordvoerder bevestigend. “Ja, er is een lijst opgesteld van namen die in het onderzoek steeds naar voren kwamen. Naast deze drie staan er ook namen van andere notarissen op.”
Hoger beroep KNB
De KNB vermoedt dat het OM een sterke zaak heeft tegen de drie. Een woordvoerder: “De verdenking van deelname aan een criminele organisatie doet vermoeden dat de betrokkenheid verder gaat dan alleen de notariële rol.” De beroepsorganisatie overweegt in de tuchtrechtelijke zaak tegen W. nog in hoger beroep te gaan. “We vinden de strafmaat aan de lage kant.”
W. kreeg een schorsing van twee weken aan zijn broek omdat hij volgens het Bureau financieel toezicht (Bft) “in totaal 29 aktes heeft gepasseerd waarin sprake was van (ongeoorloofde) ABC-transacties met ongebruikelijk hoge waardesprongen van de panden”. Die bedroeg in één geval zelfs 345%. W. beaamde in een reactie op de beslissing van de tuchtrechter nalatig te zijn geweest.
Een kandidaat-notaris, destijds werkzaam voor W., trok aan de bel bij een vertrouwensnotaris over de schimmige praktijken bij zijn baas. Hij kreeg een berisping. Inmiddels is de kandidaat-notaris niet meer werkzaam voor W. Hij behoort niet tot de gearresteerden.
Binnen dertig dagen beslist de KNB of ze het hoger beroep tegen W. doorzet. De woordvoerder zegt dat de KNB het hoger beroep al overwoog vóór het moment van de arrestatie.