De overeenkomsten zijn opvallend: een kantoor met een focus op Rotterdam opent een kantoor in Amsterdam en het gevolg is grote onrust en een optocht aan vertrekkende partners. Een andere overeenkomst: kantoor met een van oudsher breed aanbod aan rechtsgebieden wordt ‘opgestuwd in de vaart der volkeren’ en gaat zich toeleggen op een aantal kerncompetenties waar het meeste geld valt te verdienen.
Door: Micha Kat
Bij Simmons & Simmons vertrokken de laatste maanden veel partners met in hun kielzog vaak enkele medewerkers. Loet Venrooy (banking en financieringen) vertrok naar Houthoff Buruma, Jasper Helder (trade and customs) ging met drie medewerkers naar Brid & Bird, Eunice Bruyninckx (arbeidsrecht) verruilde Simmons voor Linklaters net als Paul Kuypers (Restructuring & Insolvency). Vastgoednotaris Geert Janssen -een van ’s lands leidende dealmakers op zijn terrein – ging naar Stibbe. De complete haven- en handelspraktijk verdween door de overstap van Jan Willem Bruidegom (een oud-deken van Rotterdam) en Jan van Zuren, voormalig managing partner. Zij stapten over naar Van Traa Advocaten.
De leegloop bij Simmons & Simmons in Nederland trok ook de aandacht van het Engelse advocatentijdschrift Legal Week (13 december 2007). Dat blad schrijft het verlies van de fee earners met name toe aan de sector-focus waarin het accent moet komen te liggen op financial markets, life sciences, infrastructure en technology/media/telecoms. Volgens bronnen in Nederland komt daar nog een focus bij: die op de transactie-praktijk, vooral op het gebied van financial markets en banking & finance. Hierdoor zouden partners van wie de praktijk zich kenmerkt door een meer ongoing relatie met de cliënt in de verdrukking komen. Het vertrek van mensen als Helder, Bruidegom en Van Zuren past goed in deze analyse, maar dat van Venrooy, Kuypers en Janssen weer niet. Opmerkelijk in dit licht is ook dat beide bestuurders van Simmons juist actief zijn op rechtgebieden die buiten de ‘focus’ vallen: Alexander Steensma doet arbeidsrecht en Sjoerd Rutten onroerend goed. Een van de vertrokken partners: “Ik verbaasde me ook over het grote aantal opstappers. Er zal ook best sprake zijn van gewoon jobhoppen zonder dat er een specifieke strategie achter ligt.”
De opening van het kantoor in Amsterdam eind januari 2007 lijkt ook een belangrijke rol te spelen. Net als NautaDutilh destijds drukt Simmons hiermee immers uit dat de focus wordt verlegd naar banking en kapitaalmarkten. De vertrokken partner: “De beslissing om te openen in Amsterdam was een puur pragmatische beslissing, zo van : als je wilt focussen op banking en transacties, moet je daar gaan zitten waar dat werk te halen is. De Brauw doet dat ook.” Een gevolg is echter dat de advocaten in de Rotterdamse vestiging zich tweederangs kunnen gaan voelen, vooral als ze minder omzetten. Dit gevoel kan mede worden vesterkt door de trend tot ‘unilocatie’: het terugbrengen van het aantal vestigingen (in een land) tot een enkele op de ‘meest relevante’ locatie. Dit wordt ook wel het ‘Stibbe-model’ genoemd. Zowel NautaDutilh als De Brauw sturen aan op dit model.
Simmons & Simmons onthoudt zich van commentaar.