Er wordt een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar drie notarissen in Rotterdam waar in 2005 en 2006 invallen zijn gedaan door het Openbaar Ministerie. Twee van de betrokken notarissen zijn P.W. en J. B. van N. De derde notaris is inmiddels met pensioen. Zijn protocolhouder is daarbij geen verdachte in het onderzoek, aangezien hij niet de aktes heeft laten passeren.
Crimineel
De notarissen worden verdacht van onder andere het doen opnemen van valse opgaven in authentieke akten en het vormen van een crimineel samenwerkingsverband met cliënten (de medeverdachten) met het oog op oplichting, valsheid in geschrifte en het doen van onjuiste of onvolledige belastingaangiften.
Geen verschoningsrecht
Dinsdag besloot de Hoge Raad dat de in beslag genomen notariële stukken die tijdens de twee invallen zijn meegenomen, onderdeel gaan uitmaken van het dossier in het strafrechtelijk onderzoek naar de drie notarissen. De betrokken notarissen kunnen zich door de uitspraak van de Hoge Raad niet beroepen op het verschoningsrecht. De notarissen werden in het gelijk gesteld door de Hoge Raad dat de dossiers van de onroerend goed transacties die bij de eerste inval in beslag zijn genomen niet gebruikt mochten worden, omdat de notarissen toen geen verdachten waren. Echter, bij de tweede inval was dit wel het geval. De Hoge Raad achtte de waarheidsvinding zwaarwegender dan het belang van het verschoningsrecht van de notarissen.
Pro actief
Arthur van Stigt (Sjöcrona van Stigt Advocaten), de advocaat van W.: “Het Openbaar Ministerie denkt kennelijk dat advocaten en notarissen hun geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht misbruiken, maar dat is hier niet het geval. Mijn cliënt was daarom dan ook erg teleurgesteld. Hij heeft alleen maar de aktes gepasseerd van de broers J, maar kende ze verder helemaal niet. Mijn cliënt wil graag actie gaan ondernemen en pro actief aan de gang gaan. Wat wij gaan doen moeten wij nog bespreken. Daarnaast moeten wij het onderzoek van het OM nog afwachten. Zij zijn nu ongetwijfeld naarstig de dossiers aan het lezen. Als mijn cliënt wordt gevraagd antwoord te geven op de vragen van het OM als verdachte zijnde, dan beroept hij zich op het wettelijk recht op zwijgen. En als getuige in deze zaak beroept hij zich op het verschoningsrecht als notaris zijnde.” Van N. wordt in deze zaak bijgestaan door advocaat Carel Raymakers van Boekel De Nerée.
Medeverdachten
Een eerder onderzoek naar de medeverdachten van de notarissen, de Hindoestaanse broers Leo en Ali J. en hun vastgoedbedrijf Eljawa B.V. was vastgelopen. De Hindoestaanse broers werden verdacht van oplichting, hypotheekfraude en belastingontduiking bij het verkopen van onroerend goed in Rotterdam en omstreken. De drie betrokken notarissen zouden hen daarbij geholpen hebben volgens het Openbaar Ministerie.