– ‘Edelachtbare, neemt u plaats. U verschijnt hier vandaag voor de onafhankelijke Volkstoezichtscommissie voor de rechterlijke macht. De commissie beoordeelt u louter op de niet-juridische kanten van uw functioneren. Voor zover wij weten bent u op juridisch vlak een uitstekende rechter, maar zoals u weet behelst het juridische vandaag de dag nog maar een beperkt onderdeel van het ambt. Moderne rechters gaan met hun tijd mee en leggen verantwoording af tegenover het volk. De commissie zal u helpen om uw gezag weer terug te winnen.’
Door Juriaan Mensch
– ‘We zien dat u ervoor heeft gekozen om uzelf te vertegenwoordigen. Dat is uw goed recht. Echter we wijzen u op de aloude wijsheid – hij die zichzelf vertegenwoordigt, heeft een idioot als cliënt.’
– ‘Oh, u kon niemand vinden die u wilde verdedigen? Dat is spijtig, maar voor deze zaak eigenlijk niet relevant omdat ik zie dat het bijna lunchpauze is en daarmee uw spreektijd komt te vervallen.’
– ‘Ter zake. U bent gedaagd omdat bij ons een aantal klachten van volksvertegenwoordigers betreffende uw functioneren en onafhankelijkheid zijn binnengekomen. Onze mystery guest op de publieke tribune heeft daarop een rapport opgemaakt van uw gedragingen ter zitting van de afgelopen maanden.’
– ‘Ik citeer uit het rapport: Rechter X kijkt regelmatig geïrriteerd uit de ogen tijdens zittingen. X leunt herhaaldelijk achterover in zijn stoel en friemelt vaak aan zijn bef. X onderbreekt advocaten herhaaldelijk en noemt hun argumentatie vaak niet-steekhoudend.’
– ‘Er is bovendien geconstateerd dat u ook regelmatig gebruik maakt van humor en relativering ter zitting, wat voor ernstige verwarring bij het publiek en verstoring van de rechtsgang heeft gezorgd. Voorts heeft dat de rechterlijke macht incidenteel negatieve publiciteit opgeleverd. Het heeft er alle schijn van dat u té onafhankelijk opereert. De door ons geraadpleegde camerabeelden gemaakt in de raadkamer bevestigen dit. Zeer onwenselijk.’
– ‘De tenlastelegging onder punt twee dan. Naar aanleiding van de humor-incidenten is direct een huiszoeking bij u gehouden. Daarbij is een lidmaatschapskaart van D66 aangetroffen, en op de in beslag genomen computer bewijs van donaties aan genoemde partij. Die bedragen hebt u verzuimd bij ons te melden. Besef u goed dat het aan het licht brengen van deze zaken voor uw eigen bestwil is. Openheid vergroot immers uw gezag in de ogen van het volk.’
– ‘Ook is het ons opgevallen dat u verdachten herhaaldelijk lage straffen heeft opgelegd. Overigens uitstekend juridisch beargumenteerd, voor zover wij leken dat kunnen beoordelen. Maar we rekenen het u aan dat u te weinig rekening houdt met de roep van het volk om zwaardere straffen. Zoals u weet heeft het volk altijd gelijk.’
– ‘In uw vonnissen valt het verder op dat u meer dan eens de geest van de wet boven de letter stelt. Dit achten wij een onwenselijk en ouderwets gebruik dat een magistraat in dit tijdsgewricht niet past. Hoe moeten wij dit aan het volk uitleggen – dat er ruimte is voor interpretatie? Het wekt de schijn dat het vak van rechter slechts voorbehouden is aan een hoog opgeleide elite. Ondenkbaar.’
– ‘U gaf eerder ter verdediging aan dat de strafmaat soms lager uitviel daar de verdachte aanzienlijk in het nieuws is geweest. In onze ogen is dat juist een reden om een zwaardere straf op te leggen daar de publieke verontwaardiging des te groter is.’
– ‘Ik rond af. We hebben voor de vorm nog de opinie van een collega-rechter van u gezocht, maar die achten wij toch te partijdig. Zijn conclusie dat u een uitstekend rechter bent schuiven we daarom terzijde. Toezicht door peers is immers niet meer van deze tijd.’
– ‘De maatregel dan. De commissie acht de klachtonderdelen betreffende het gebruik van humor en relativering en D66-lidmaatschap bewezen. Dat rekent de commissie u zwaar aan. We zien ons verder gebonden aan het opleggen van de wettelijk bepaalde minimumstraf van ontzetting uit het ambt voor het leven. We zouden graag milder zijn, maar de wet biedt ons die ruimte niet.’
– ‘U kunt niet tegen de uitspraak in beroep, want wij – het volk – zijn het hoogste rechtsprekende orgaan. We hopen hiermee uw gezag als rechter en de acceptatie in de samenleving afdoende te hebben vergroot.’