Ruim zestig vrouwelijke juristen hebben zich op de achttiende verdieping van de Amsterdamse IJ-toren verzameld voor de Legal Women Winter Session, de tweede bijeenkomst van het nieuwe platform voor vrouwelijke juristen. Inmiddels heeft de LinkedIn-groep de duizendste legal woman mogen verwelkomen en daarmee is het het snelst groeiende vrouwenplatform van Nederland. Initiatiefneemster Ilona Tjon Poen Gie: “We zouden tweeduizend moeten kunnen halen in 2012.” Aan deze bijeenkomst, met het thema, Private Practice Meets In-House, zal het niet liggen.
‘Bedrijfsjuristen schakelen een advocaat in zodra het moeilijk wordt.’ Het is maar een van de vele vooroordelen die bestaan over het werk van de bedrijfsjurist. Toch overwegen vier van de vijf advocaten die Tjon Poen Gie spreekt de overstap naar in-house. Aan Bernadette van Leeuwen daarom vanavond de taak om het beeld bij te stellen. De tweede spreekster, Pauline van Benthem van Cleverlaw, brengt de dames vervolgens bij dat uurtje-factuurtje voor advocaten al lang niet meer de enige manier van factureren is.
Veel in het vliegtuig
Van Leeuwen, consultant van JuristvandeZaak, kent het beeld dat advocaten hebben van bedrijfsjuristen maar al te goed: het is saai werk want je hebt maar één klant, ze vinden je een lastpost én een kostenpost en – daar heb je het al – “als het moeilijk wordt schakelen ze een advocaat in,” aldus een dame uit de zaal. Advocaten die serieuzer kijken naar de functie zien het positiever: niet meer tijdschrijven, je hebt maar een klant (dat kun je immers ook als een voordeel beschouwen) en je hebt een betere work-life balance. En welke vrouw wil dat nou niet?
De meeste vooroordelen, zowel negatief als positief, zijn volgens Van Leeuwen echter maar betrekkelijk. “Bij een internationaal bedrijf zit je als bedrijfsjurist heel veel in het vliegtuig, bedrijfsjuristen zijn minstens even betrokken bij het werk en nemen dat vaak ook mee naar huis. Advocaten die overstappen schrikken bovendien nogal eens van de houding tegenover risico’s; er wordt niet altijd geluisterd naar de jurist en de economische risico’s zijn vaak belangrijker dan de juridische.”
Redenen om het werk leuk te vinden zijn er echter ook genoeg, volgens Van Leeuwen: je hebt een band met het product, je zit eerder in het juridische proces, je ziet direct wat je toegevoegde waarde is en de afwisseling is prettig. Sommige kwaliteiten die je als advocaat hebt, kunnen bovendien goed van pas komen. Procedeerervaring bijvoorbeeld. Van Leeuwen: “Je schrikt niet zo gauw van een dagvaarding. Daarnaast heb je ervaring met de facturen van advocaten, waardoor je de prijs van externe dienstverlening goed kunt inschatten.”
Hard werken is een andere eigenschap die je meeneemt, en dat wordt vaak niet minder in het bedrijfsleven, waarschuwt Van Leeuwen. “Wel is het minder zichtbaar, omdat je geen uren schrijft of rekeningen stuurt.”
Toegevoegde waarde
Over uren schrijven en rekeningen versturen kan Pauline van Benthem meer vertellen. “Buiten Nederland is uurtje-factuurtje echt passé. En ook bij ons is een enorme omwenteling gaande van de mindset van advocaten. Ze weten nu dat bij de klant een andere visie heerst op de waarde van hun werk.” In plaats van werken op basis van uren, is het steeds gebruikelijker om te werken op basis van toegevoegde waarde. En die waarde kan worden uitgedrukt in allerlei tariferingen. Naast uurtje-factuurtje is de bekendste waarschijnlijk de fixed of ‘flat fee’, waarbij een vaste prijs wordt afgesproken voor het werk. Dat levert voorspelbaarheid en minder administratie op voor het bedrijf, en een omzetgarantie voor het advocatenkantoor.
Van Benthem kent daarnaast tal van voorbeelden van alternative fee arrangements. Maak bijvoorbeeld het eerste telefoontje gratis; de drempel om even met een advocaat te sparren wordt daardoor kleiner. “Soms is het zo stom nog niet om eens iets gratis te doen.” Een wat extremer voorbeeld is die van het kantoor dat niets in rekening bracht voor kwesties omtrent reputatie. “Die genereerden voor hen weinig financiële waarde, maar voor de klant was het wel iets waar ze enorm mee zaten.”
Andere betaalmodellen die Van Benthem tegenkwam zijn tarieven afhankelijk van de olieprijs, van een succesvolle uitkomst of de tevredenheid van de klant. Een andere mogelijkheid is om het lage tarief te rekenen met als voorwaarde dat daar een betaling bovenop komt, elke keer dat de klant gebruik maakt van het product of de dienst; een soort gespreid betalen. Of een bonus die in natura wordt uitbetaald, zoals in wedstrijdkaartjes. Mogelijkheden te over.