De Britse Bribery Act, die in juli 2011 in werking trad, kan verstrekkende gevolgen hebben voor Europese firma’s met connecties in het Verenigd Koninkrijk. Onderstaand artikel biedt tien tips van de Association of Corporate Counsel Europe (ACCE) en verschaft Europese bedrijven alle informatie die ze nodig hebben om aan de Act te kunnen voldoen, met inbegrip van verduidelijkende definities, het territoriale toepassingsgebied en de lokale zakelijke gebruiken.
Met het oog op de vernietigende gevolgen van corruptie, heeft het Verenigd Koninkrijk (VK) onlangs de Britse Bribery Act (de “Act”) aangenomen, die beschouwd wordt als de meest drastische en verreikende maatregel tegen omkoping ter wereld. De Act werd ontworpen door de regering van het Verenigd Koninkrijk om eerdere Britse wetten ter bestrijding van omkoping beter af te stemmen op de unieke kenmerken van de moderne geglobaliseerde bedrijfswereld. In de moderne markt worden individuele landen immers niet enkel blootgesteld aan de corrupte praktijken van hun landgenoten, maar ook aan die van buitenlanders die zakendoen in deze landen of samenwerken met binnenlandse bedrijven. De Act werd tot wet verheven op 8 april 2010 en trad in werking op 1 juli 2011.
Deze top tien illustreert waarom het cruciaal is dat Europese bedrijven de nieuwe Britse Bribery Act kennen, in het bijzonder omwille van zijn extraterritoriaal toepassingsgebied, en verschaft inzichten van de Association of Corporate Counsel Europe (ACCE).
1. Europese bedrijven kunnen onderzocht en vervolgd worden. De Britse Bribery Act heeft een “extraterritoriaal toepassingsgebied”, aldus Vivian Robinson GC, General Counsel van het Serious Fraud Office, een onafhankelijke afdeling van de Britse regering die fraude- en corruptiezaken onderzoekt en vervolgt. Elke “commerciële organisatie” die haar bedrijf (deels) uitvoert in het Verenigd Koninkrijk, ongeacht waar ze opgericht of gevestigd is, kan vervolgd worden onder de Act. Elke Europese onderneming die haar bedrijf of een deel van haar activiteiten in het VK uitoefent moet zich dus houden aan de regels van de Act.
2. Verschillende soorten entiteiten worden beschouwd als commerciële organisaties onder de Act. De Act definieert het begrip “commerciële organisatie” als elke soort van onderneming of organisatie (bv. een joint venture of vennootschap) die haar bedrijf of een deel van haar activiteiten in het Verenigd Koninkrijk uitoefent.
3. De definitie van “een bedrijf uitoefenen” in het VK is vaag. Elke Europese commerciële organisatie die “haar bedrijf of een deel daarvan” in het VK uitoefent valt onder de Act, maar deze definitie blijft vaag. De door de Britse regering gepubliceerde richtlijn geeft aan dat de rechtbanken geval per geval zullen bekijken en een benadering op basis van “gezond verstand” zullen toepassen. Het enkel hebben van een Britse dochteronderneming of een notering aan de London Stock Exchange is bijvoorbeeld onvoldoende om aan te nemen dat een organisatie haar bedrijf of een deel daarvan uitoefent in het Verenigd Koninkrijk.
Duidelijk is dat de Britse regering uitgaat van een zeer ruime interpretatie van de Act, teneinde potentiële omkoping tegen te gaan. De Europese bedrijven moeten de Act dus strikt naleven, aangezien het moeilijk is te voorspellen welke activiteiten volgens het VK onder “een bedrijf of een deel daarvan uitoefenen” vallen.
4. De definitie van “omkoping” in de Act is bewust breed gehouden. De Europese bedrijven moeten dus extra voorzichtig zijn. De Act onderscheidt twee categorieën strafbare feiten, omkoping en omgekocht worden, en twee bijkomende overtredingen, het omkopen van een buitenlandse openbare ambtenaar en het niet voorkomen van omkoping namens een organisatie. Europese “commerciële organisaties” mogen vooral dit laatste delict niet onderschatten (zie onderaan nummer 7).
Het begrip “omkoping” is zoals gezegd opzettelijk ruim en omvat elke belofte, aanbieding of daadwerkelijke toekenning van “een financieel of ander voordeel” aan iemand. De uitdrukking “een financieel of ander voordeel” kan bepaalde handelingen of daden omvatten, zoals gastvrijheid tegenover een zakenpartner of klant. Gastvrijheid en andere vormen van aandacht voor anderen zullen geval per geval worden beoordeeld. Een gebaar dat buitenproportioneel of onredelijk wordt bevonden door het VK kan als omkoping worden beschouwd. De voor de hand liggende vraag is dus: welke standaard zal men gebruiken om de proportionaliteit van een uitgave door een organisatie te meten? De Europese entiteiten moeten met andere woorden goed opvolgen wat ze anderen aanbieden of schenken wanneer ze handelsactiviteiten verrichten die, wegens de exterritorialiteit van de Act, door de Britse rechtbanken beoordeeld kunnen worden.
5. De specifieke overtredingen die onder de Act vallen moeten niet in het Verenigd Koninkrijk gepleegd zijn en hoeven geenszins gerelateerd te zijn aan de handelsactiviteiten in het VK om onder de Act vervolgd te kunnen worden. Volgens de Act is het VK bevoegd om uitspraken te doen over omkopingsdelicten gepleegd door commerciële organisaties overal ter wereld, zolang deze organisaties hun bedrijf of een deel daarvan uitoefenen in het VK. Ongeacht waar ter wereld de omkoping heeft plaatsgevonden, en zelfs als ze geen enkel verband houdt met de bedrijfsactiviteit in het VK, kan de commerciële organisatie toch vervolgd worden door de Britse autoriteiten voor fraudebestrijding. Bijvoorbeeld, als een Europees bedrijf dat een klein deel van zijn activiteiten uitoefent in het VK deelneemt aan verdachte praktijken tijdens onderhandelingen over een nieuw contract met China, kan dat bedrijf onderzocht en vervolgd worden onder de Act, enkel omwille van zijn handelstransacties met het VK (zelfs als ze er nauwelijks verband mee houden of minimaal zijn).
6. De Act houdt weinig tot geen rekening met lokale zakelijke gebruiken. De Act houdt nauwelijks rekening met lokale gebruiken, tenzij ze in het geschreven recht van het land zijn opgenomen. Dit betekent dat de Britse rechtbanken een financieel of ander voordeel aan iemand als omkoping kunnen beschouwen, zelfs als dit aanbod normaal is in het zakelijke verkeer van het land in kwestie. In bepaalde regio’s van de wereld, met inbegrip van delen van Europa, is het gebruikelijk om geschenken te geven aan zakenpartners of openbare ambtenaren, om welwillendheid te tonen en een positieve omgeving te scheppen voor de onderhandelingen of andere zakelijke transacties. De Act erkent echter dat, hoewel dergelijke praktijken gebruikelijk zijn in bepaalde plaatsen, de transparantie en objectiviteit van de zakelijke transacties in gevaar kunnen worden gebracht. De Act sluit dit soort gebruiken dus uitdrukkelijk uit als motivatie voor dergelijke daden.
7. Europese bedrijven kunnen onder de Act vervolgd worden voor “het niet voorkomen van omkoping namens een organisatie”. Europese bedrijven moeten zich bewust zijn van het risico dat de Britse autoriteiten hen kunnen onderzoeken en vervolgen voor “het niet voorkomen van omkoping namens een organisatie” onder de Act. Een commerciële organisatie maakt zich hieraan schuldig wanneer een met haar “verbonden” persoon iemand omkoopt met de intentie om een zakelijk voordeel te verkrijgen. Een persoon is “verbonden” aan een commerciële organisatie als die persoon “diensten verricht voor of ten behoeve van” de organisatie (zie nummer 8). Dit zijn bijvoorbeeld werknemers, tussenpersonen of dochtermaatschappijen. Europese commerciële organisaties die onder de jurisdictie van de Act vallen, kunnen dus verantwoordelijk worden gehouden voor omkopingsdelicten die waar ook ter wereld gepleegd worden door iemand die diensten verricht voor of ten behoeve van hen.
Organisaties kunnen echter vrijuit gaan als ze “adequate procedures” inzake het gedrag van hun werknemers en aannemers ontwikkelen en invoeren. De regering van het Verenigd Koningrijk heeft een aantal richtlijnen gepubliceerd met betrekking tot de procedures die de commerciële organisaties kunnen volgen ter voorkoming van omkoping door de met het verbonden personen (“Guidance”) (zie nummer 9). Daartoe moeten de Europese firma’s een duidelijk beleid en standaardprocedures ontwikkelen die het gedrag van deze met firma’s “verbonden” personen bij het zakendoen sturen.
8. Naast werknemers kunnen ook aannemers, onderaannemers, leveranciers en dochtermaatschappijen beschouwd worden als mensen “verbonden aan” een commerciële organisatie. Bedrijven kunnen aansprakelijk zijn voor omkoping door personen die bevoegd zijn om namens hen te handelen (aannemers, onderaannemers, consortiumleden, partners van de joint venture enz.). Een bedrijf kan aansprakelijk worden gesteld voor het gedrag van het personeel van zijn aannemers of onderaannemers, zelfs als het bedrijf geen controle heeft op of zich niet bewust is van hun dagdagelijkse acties. Commerciële organisaties die onder de Act vallen moeten hun aannemers en onderaannemers dus verzoeken om antiomkopingsprocedures te volgen.
9. De instelling van “adequate procedures” kan commerciële organisaties vrijwaren van aansprakelijkheid voor het niet voorkomen van omkoping namens een organisatie. Zoals hierboven vermeld, zullen commerciële organisaties niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet voorkomen van omkoping onder de Act, indien zij kunnen aantonen dat ze “adequate procedures” hadden ingesteld om omkoping door de met de organisatie “verbonden” personen tegen te gaan. De regering van het Verenigd Koningrijk heeft richtlijnen gepubliceerd over de adequate procedures, hier te bekijken.
Hoewel commerciële organisaties niet verplicht zijn om deze richtlijnen te volgen, worden Europese bedrijven die een rechtstreeks belang in het Verenigd Koninkrijk hebben of momenteel een bedrijf of deel daarvan uitoefenen in het VK, aanbevolen om hun huidige antiomkopingsprocedures te evalueren op basis van de richtlijn. Ze moeten ervoor zorgen dat hun procedures gebaseerd zijn op de principes van de richtlijn.
10. Bedrijven die overtredingen begaan onder de Act kunnen worden onderworpen aan strafrechtelijke sancties of andere negatieve gevolgen. De sancties die aan overtreders van de Act opgelegd worden, kunnen bestaan uit gevangenisstraffen (tot 10 jaar) of boetes. Bedrijven moeten ook rekening houden met de negatieve gevolgen voor hun reputatie en andere financiële neveneffecten voor bedrijven die onderworpen zijn aan een omkoopprocedure (bv. gevolgen met betrekking tot de beurskoers, de totale verkoop, relaties met leveranciers enz.).
Rekening houdende met alle aspecten van de Act beschreven in dit artikel, is het essentieel dat de Europese bedrijven grondig evalueren of hun huidige of toekomstige grensoverschrijdende activiteiten enigszins gerelateerd zijn of zullen zijn aan het VK. Deze cruciale evaluatie moet alle soorten activiteiten bestrijken, gaande van het hebben van een dochtermaatschappij of filiaal in het Verenigd Koninkrijk tot deelname aan een onderhandeling die enig effect kan hebben in het Britse grondgebied. Het is ook noodzakelijk dat de Europese bedrijven hun interne praktijken, procedures, gedragscodes, joint ventures en andere soorten contracten evalueren en opnieuw beoordelen in het licht van de richtlijn, zodat ze de nodige verbeteringen kunnen maken om een inbreuk op de Britse Bribery Act te voorkomen.
Aangepast artikel van Jinna Pastrana, Esq. voor de Association of Corporate Counsel (ACC)