Interessant arrest van het Hof Den Bosch vorige week inzake een geschil tussen een curator en een bedrijfsjurist van een failliete onderneming. De curator van het bedrijf, Rynart Transport, vermoedt dat er fraude in het spel is. Om die reden wenst de curator de inhoud van de privé-laptop van de bedrijfsjurist van het bedrijf te onderzoeken. Die laptop wordt namelijk ook bedrijfsmatig gebruikt en bevat dus ook zakelijke informatie.
De curator vordert daarom dat de bedrijfsjurist meewerkt aan deponering van een kopie van de harde schijf van de laptop bij een notaris, en dat de bestanden doorzocht mogen worden door het bedrijf IRS. De bedrijfsjurist verweert zich echter. Er zou namelijk een inbreuk worden gemaakt op zijn privacyrechten.
“Naar het voorlopig oordeel van het hof was de curator in de omstandigheden van het onderhavige geval bevoegd om de privé-laptop, als drager van zakelijke bestanden van de failliet, onder zich te nemen en, in nauw overleg met Schüter, kopieën van de harde schijf te maken en deze te deponeren onder een notaris.” ”Een geheel andere vraag betreft de vraag of de curator ook bevoegd was om van Schlüter te verlangen dat de volledige kopieën, inclusief de privébestanden van Schlüter, ter beschikking werden gesteld aan IRS.”
Het Hof weegt vervolgens de belangen van beide partijen af.
In het voordeel van de bedrijfsjurist wegen mee dat: (i) het een laptop in privé eigendom betreft; (ii) de privé laptop tevens “privacygevoelige privacybestanden” bevat; en (iii) dat de bedrijfsjurist voor zakelijke doeleinden altijd via het zakelijke netwerk werkte, en dus dat de betreffende gegevens ook via dat netwerk te vinden zijn.
In het voordeel van de curator wegen mee dat: (i) de curator recht heeft op de aan de failliet toebehorende informatie over haar administratie; (ii) de curator belang heeft bij onderzoek daarvan; (iii) de bedrijfsjurist dagelijks op deze laptop werkte ter uitoefening van zijn werkzaamheden voor de failliet; (iv) de bedrijfsjurist lid was van het management team en dicht bij het bestuur werkzaam was; (v) de laptop zowel zakelijk als privé is gebruikt, en dat de bedrijfsjurist daarmee zelf heeft bewerkstelligd dat de gegevens vermengd zijn geraakt; en (vi) niet is uit te sluiten dat zakelijke bestanden uitsluitend op de harde schijf van de laptop zijn opgeslagen.
Het Hof oordeelt aan de hand van een afweging van deze belangen dat de curator in beginsel recht heeft op toegang tot de zakelijke informatie, maar alleen indien dit geschiedt onder zulke voorwaarden dat daarmee een zo groot mogelijke bescherming van (privacygevoelige) privébestanden van de bedrijfsjurist wordt gewaarborgd. Aangezien er geen sprake was van een zo groot mogelijke bescherming van de privébestanden werd gewaarborgd stelt het Hof dat de curator niet het recht had om de gegevens in te zien.
Kortom, de bedrijfsjurist wordt in het gelijk gesteld. Wat mij betreft heeft het Hof hier een terechte afweging gemaakt, waarbij ze het privacybelang terecht het zwaarst heeft laten wegen. De curator had mijns inziens op andere wijze(n) inzicht kunnen krijgen in de betreffende zakelijke gegevens, zonder een inbreuk te maken op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de bedrijfsjurist.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van advocaat Wouter Dammers die het eerder op website van zijn kantoor SOLV advocaten publiceerde.