“Wij proberen regelmatig om fixed fee-afspraken te maken met onze klanten uit het bedrijfsleven, maar die haken uiteindelijk vaak toch af. Ze zijn op dit punt vaak veel conservatiever dan je zou verwachten.” Dat zegt managing partner Joost Linnemann van advocatenkantoor Kennedy Van der Laan desgevraagd.
Linnemann kent uiteraard de discussies over uurtje-factuurtje. “Die discussies zijn al heel lang gaande, in de Verenigde Staten maar ook hier. Vaak zeggen klanten uit het bedrijfsleven in eerste instantie dat ze er graag vanaf willen, maar als wij ze die mogelijkheid bieden, dan zien ze er uiteindelijk toch vanaf. Er is toch een gebrek aan ervaring met het fixed fee-model. Mogelijk vrezen klanten dat advocaten hun zaken zullen afraffelen, omdat de buit toch al binnen is.”
Kennedy van der Laan wil echter graag fixed fee-afspraken maken. “Dat model stelt ons veel beter in staat om te investeren in zaken die kwaliteit en efficiency verbeteren, zoals kennis en in IT-voorzieningen. Bij uurtje factuurtje is dat veel moeilijker, omdat je de gedane investeringen in dat model bijna niet terug kunt verdienen. Hoe efficiënt je ook werkt: er komen nooit meer uren in een dag, en het verhogen van je uurtarieven is zeker nu geen reële optie.”
Volgens Linnemann hoeft fixed fee ook helemaal niet zo ingewikkeld te zijn, zeker als er een langdurige relatie bestaat met de klant: “Je kunt dan bijvoorbeeld kijken naar de omzetten die de klant de afgelopen vijf jaar binnen heeft gebracht, en daar een beetje in middelen. Op basis daarvan zou je een vaste prijs kunnen afspreken voor alle going concern-zaken die je in een jaar doet. Je kunt ook bepalen dat bepaalde categorieën bijzonder werk buiten het contract vallen. Fixed fee is voor beide partijen niet helemaal risicoloos, maar het risico is zeker te managen.”