Raaskallende rechtzoekenden, verbeten betweters, incompetente intermediairs: door de bevoegdheid van de kantonrechter te verruimen tot zaken met een financieel belang tot 25.000 euro, zou de ellende ter zitting niet zijn te overzien, vreesde de advocatuur. Maar sinds de inwerkingtreding van de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie op 1 juli bleef het oorverdovend stil. Een allereerste verkenning van de gevolgen van de verhoging van de competentiegrens.
Door Tatiana Scheltema
Journalisten, cameraploegen en publiek verdringen zich bij het veiligheidspoortje van de rechtbank Amsterdam. Ze komen voor het kort geding over orka Morgan. Maar in het zaaltje van de kantonrechter, een verdieping lager, is alles rustig. Toch is vandaag de eerste rolzitting waar de burger op wie een vordering uitstaat, zelf zijn zaak kan bepleiten. Er is echter vrijwel niemand.
Waar ging het ook weer om? Door de verplichte procesvertegenwoordiging bij geschillen tot 25.000 euro te schrappen, zou de drempel voor de burger om een procedure aan te spannen worden verlaagd. Tevens werd “een belangrijke kostenbesparing voor de burger gerealiseerd,” aldus de Memorie van Toelichting.
Niet iedereen was overigens enthousiast. Heel mooi voor de burger, maar realiseerde de wetgever zich wel dat het hier een mega-operatie betrof? Een beetje aandacht voor de organisatorische aspecten zou het succes ervan toch echt ten goede komen, opperde de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak in haar advies.
Ook de Nederlandse Orde van Advocaten sputterde eerst tegen: “Vergroting van de toegang tot de rechter is niet hetzelfde als vergroting van de toegang tot het recht,” schreef de Algemene Raad op 19 juni 2008 aan de minister. De doorsnee doe-het-zelvende burger ontbeert de deskundigheid en ervaring om het juridisch geschil goed in te schatten, meende de Orde. Ook zou de ‘zeeffunctie’ van de advocatuur vervallen, waardoor er minder schikkingen zouden zijn, dus meer werk voor de rechterlijke macht. Daarmee zou het beoogde effect van snellere, simpele procedures teniet worden gedaan. De kwaliteit van procederen zou achteruitgaan, en ongelijkheid tussen partijen dreigde wanneer één van hen wèl werd bijgestaan door een advocaat.
Minder lijdelijk
Geen van de veertig mensen die zijn gedagvaard is komen opdagen, dus kantonrechter Klaas Blankevoort heeft wel even tijd voor een praatje. Verandert er iets voor hem nu niet de advocaat, maar de burger zelf zijn zaken kan bepleiten? “De rechter zal zich wel iets minder lijdelijk opstellen,” denkt Blankevoort. “Maar bij de gewone kantonrechter kunnen mensen ook zelf hun verhaal doen.”
Helaas, vandaag is een rolzitting en eruit voortvloeiende comparities moeten sowieso nog worden gepland. Wel zeker is dat andere juridische dienstverleners in het gat zullen springen, door meer zaken binnenshuis af te handelen dan voorheen. Hoeveel dat er zullen zijn, is nog onduidelijk, maar rechtsbijstandsverzekeraar DAS ligt er niet van wakker. “De afgelopen jaren hebben we ongeveer vier procent van de zaken die we behandelen, uitbesteed aan advocaten,” zegt woordvoerder Jet Labrie van DAS. “We verwachten wel dat het iets minder zal worden. Maar ja, vier procent is ook al niet heel veel.”
Ook voor deurwaarders maakt het weinig uit, zegt Peter Oostveen van Kemper en Paulusma Gerechtsdeurwaarders in Amsterdam. Want de zaken waar het om gaat zijn niet complexer dan voorheen. “We hebben al veel proceservaring in kantonzaken opgedaan, in huurzaken bijvoorbeeld. En zaken die te ingewikkeld voor ons zijn, sturen we toch wel door naar de advocatuur, of het nu om minder of meer dan 25.000 euro gaat.”
De klanten zijn wel goedkoper uit, omdat de deurwaarder de vordering nu ‘van a tot z’ kan afhandelen. “De advocaat als schakel is nu weg. Dus klanten die we eerst niet konden helpen, bijvoorbeeld in een overeenkomst van een geldlening of een verleende dienst, kunnen we nu wel bijstaan. Dat geeft ons meer ruimte om klantvriendelijk te zijn. Bovendien: bij een vordering van boven de 5000 euro vroeg de advocaat vaak een voorschot van 1200 euro, waardoor mensen al snel dachten: laat maar. Misschien denken ze nu: dat kan die deurwaarder mooi doen. Wij zien het vooralsnog dus als zeer positief.”
De Vereniging van Incasso Advocaten (VIA) is er niet gerust op, zij het dat voorzitter Jan Dingemans nog geen idee heeft of de “implicaties waarvoor we bevreesd waren zich voordoen in de praktijk”. “Toen particulieren destijds mochten gaan dagvaarden zou dat ook heel erg zijn. Dat viel toen nogal mee.” Over twee weken vergadert het bestuur van de VIA, en zal het onderwerp ter sprake komen. Wordt vervolgd.