Het toelaten van niet-advocaten tot het bestuur van een advocatenkantoor was tot voor kort niet toegestaan. De inwerkingtreding van de wijziging van de Verordening op de praktijkrechtspersoon op 1 januari 2010 betekende echter niet veel meer dan een codificatie van de praktijk waarin niet-advocaten via een omweg toch al jaren in besturen zitting namen. En niet voor niets. De ervaringen zijn positief, zo blijkt uit een kleine rondgang langs enkele kantoren.
Bij de grote kantoren groeide de behoefte om het bestuur aan te vullen ‘met specifieke deskundigheid’, zo is te lezen in het Jaarverslag 2010 van de Orde. “Al zeker een decennium lang,” weet woordvoerster Yvonne Wiggers. In 2010 gaf de Orde er daarom gehoor aan door een wijziging van de Verordening op de praktijkrechtspersoon aan te nemen waarin het verbod werd opgeheven. Advocaten en overige vrije beroepsbeoefenaren blijven de meerderheid van het bestuur vormen en de voorzitter is daar zeker een van, zo luidt de regel.
Andere eisen
In de voorgaande jaren werden bij enkele kantoren in ons land, ondanks het verbod, toch al niet-juristen in besturen opgenomen. Zo nam NautaDutilh in 2004 een niet-jurist aan voor het algemeen managent en een jaar eerder al benoemde ook Van Doorne een niet-jurist tot directeur. We citeerden directeur van Van Doorne Herman de Haan destijds: “De wereld van de advocatuur verandert. Dit betekent vooral voor de grote kantoren dat zij wel moeten meegaan in deze tendens. Kantoren worden moderner en er worden andere eisen gesteld aan de bedrijfsvoering. (…) Algemeen managers voldoen vaak beter aan de eisen die voor het runnen van een bedrijf gelden.”
De Haan is alweer enkele jaren weg bij Van Doorne, maar partner Thijs Clement van het kantoor laat weten dat Van Doorne dit bestuursmodel “al enige jaren” hanteert. “Het geeft naar onze opvatting een optimaal antwoord op de vragen die zich in de praktijk voordoen, en die enerzijds strategisch en beleidsmatig van aard zijn en anderzijds concreet de aansturing van de ondersteunende diensten betreffen.” Het bestuur bij Van Doorne bestaat uit een advocaat en een fiscalist die samen met de kantoordirecteur (een niet-advocaat) het managementteam vormen.
Soepel
Bij Nysingh trad in 2009 Wilma van Ingen toe tot het bestuur. Van huis uit is zij psycholoog, maar ze hield zich in verscheidene organisaties bezig met bedrijfsorganisatorische processen. “Het werd gedoogd door de Orde, omdat de verandering er al wel aan zat te komen,” aldus Van Ingen. In de praktijk werkt het volgens haar “heel soepel”. Er is een strikte scheiding tussen beroepspraktijk en management. Van Ingen: “Ik blijf absoluut buiten inhoudelijke zaken, ik heb ook geen toegang tot elektronische dossiers.”
Ze stelt dat het ‘buitengewoon aanvullend’ werkt in deze samenstelling. “De mate van gedetailleerdheid is bij de drie advocaten veel groter dan bij mij. Dat merk ik bijvoorbeeld aan de kwalitatief goede en systematische reacties die komen op voorstellen. Andersom wijs ik heel erg op dingen als consistentie en wenselijkheid qua beleid.” Waarin ze elkaar ook kunnen aanvullen is acquisitie. “Ik heb ervaring met commercie en marketing. Bij advocatenkantoren is dat nog best nieuw, dus daar kunnen we elkaar heel erg bij helpen.”
Macroniveau
Bij het Limburgse BoelsZanders is sinds een half jaar Eva Jordans werkzaam als kantoordirecteur. Nog niet zo’n lange tijd, maar “ze heeft zich snel ingewerkt en zich het vakgebied eigen gemaakt,” aldus bestuurslid Peter Brouns. “Ze kwam vanuit de zakelijke dienstverlening, maar wel zonder bagage in de advocatuur. We hebben bewust gekozen voor iemand met een heel andere achtergrond. We hebben de laatste jaren veel geïnvesteerd in een verdere professionalisering van de organisatie. Met een management professional als bestuurslid kunnen we voldoen aan de eisen van cliënten, die meer vragen dan alleen uitstekende en gespecialiseerde juridische diensten. Een advocatenkantoor dient haar cliënten, net als ieder ander bedrijf, snel, professioneel en adequaat te bedienen in alle facetten. Het is goed als iemand op macroniveau de organisatie kan beoordelen en aansturen.”