Advocaat Harry Oomen van Van Diepen Van der Kroef Advocaten (thans Oomen & Sweep) declareerde in een echtscheidingszaak 130.000 euro, maar die declaratie werd door de Geschillencommissie Advocatuur op grond van ‘billijkheid’ teruggebracht tot ruim 40.000 euro. Het Gerechtshof in Den Haag heeft vorige week beslist dat de Geschillencommissie Advocatuur die beslissing kon en mocht nemen.
Oomen staat van januari 2006 tot en met maart 2007 samen met anderen op kantoor een man bij in een echtscheidingszaak. Hij declareert in totaal 130.000 euro, maar zijn cliënt weigert het overgrote deel van die declaraties te betalen. Van Diepen Van der Kroef en Oomen stappen daarop naar de Commissie Advocatuur. In augustus 2008 bepaalt de Commissie dat de cliënt een bedrag moet betalen van 44.200 euro exclusief BTW en kantoorkosten.
Van Diepen en Oomen vorderen daarop bij de rechtbank vernietiging van het arbitrale vonnis. Zij wijzen er onder meer op dat aan een vonnis van de Geschillencommissie Advocatuur geen gezag van gewijsde toekomt “indien en voor zover de uitspraak betrekking heeft op een klacht van de cliënt waarmee een bedrag van meer dan 10.000 euro (inclusief eventueel verschuldigde BTW) is gemoeid.”
Het Gerechtshof Den Haag deelt deze opvatting niet: “Het gaat hier niet om een klacht van ‘de cliënt’ in de zin van het reglement, maar om diens verweer tegen de verschuldigdheid van de declaraties van de advocaat. Het standpunt van Van Diepen en Oomen zou meebrengen dat het antwoord op de vraag of aan een van de Commissie te verkrijgen uitspraak gezag van gewijsde is toe te kennen in veel gevallen niet voorafgaande aan het aanhangig maken van een zaak is te geven, maar slechts nadat een verweerder zijn standpunt kenbaar heeft gemaakt. Dat resultaat is reeds uit het oogpunt van de rechtszekerheid onaanvaardbaar (…).”
Goede mannen
Van Diepen en Oomen stellen verder dat de Commissie onvoldoende acht heeft geslagen op de hoeveelheid uren die het kantoor aan de echtscheidingszaak heeft gewerkt. De betreffende passage in de beslissing van de Commissie: “De Commissie beslist als goede mannen naar billijkheid met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, waarbij zij als maatstaf voor het handelen van de advocaat hanteert dat deze heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat. De Commissie kan onder meer de declaratie(s) van een advocaat naar redelijkheid en billijkheid verminderen bij tekortkomingen in die dienstverlening.”
Het Hof stelt dat de weging van de Commissie – die in haar uitspraak memoreert dat er sprake is van “een bovenmodale echtscheidingsproblematiek” – is opgenomen in het reglement, “zodat onjuist is dat zij zich in dit opzicht daaraan niet heeft gehouden”. De grief faalt.
In een poging de zaak te redden, sturen Van Diepen Van der Kroef en Oomen daags voor de mondelinge behandeling van de zaak nog het omvangrijke dossier – 36 ordners – naar de Geschillencommissie. De Commissie weigert die informatie nog mee te wegen in de beslissing, en dat is terecht, stelt het Hof. “Het thans door Van Diepen en Oomen onderstreepte belang van de betreffende dossiers is in tegenspraak met het door hen op een veel te laat tijdstip toezenden daarvan aan de Commissie.”
Reactie Van Diepen Van der Kroef
Anouk van der Veen, lid van het dagelijks bestuur van Van Diepen Van der Kroef is niet blij met de uitspraak van het Hof – en eerder de Geschillencommissie – en ze denkt dat dat voor heel veel advocaten geldt. “Wij hebben van tevoren een afspraak gemaakt met de cliënt, namelijk dat hij zou betalen als de echtscheiding was afgerond. Hij is tussendoor steeds op de hoogte gehouden van het aantal geschreven uren. Toen het op betalen aankwam, gaf hij niet thuis. Hij had veel eerder aan de bel kunnen trekken.”
Volgens Van der Veen heeft de Geschillencommissie Advocatuur de declaraties bekeken zoals de Raad voor de Rechtsbijstand naar toevoegingen kijkt. “Ze hebben naar de zaak gekeken en gedacht: tegen dat bedrag zou het ongeveer moeten kunnen. De eerder gemaakte afspraak met de cliënt hebben ze eenvoudigweg opzij geschoven. Dit is een harde leerschool.”
Van der Veen stelt dat haar kantoor over het algemeen geen problemen heeft met de Geschillencommissie Advocatuur, maar dat er nu wel wordt bekeken of het nog wel slim is om zaken voor te financieren. De beslissing om in deze zaak als kantoor samen op te trekken met advocaat Oomen, is genomen op vestigingsniveau, aldus Van der Veen. Dat is Haarlem.
Reactie cliënt
Cliënt Rik Noorman reageert eerst terughoudend: “De uitspraak is zoals die is”. Even later geeft hij zijn visie op de zaak. “De eerste schatting was dat de echtscheiding ongeveer 15.000 tot 20.000 euro zou kosten. Dat werd meer, circa 38.000 euro. Dat was de stand van zaken in maart, en ik was op de hoogte. Toen werd ik opgenomen in het ziekenhuis, en daarna begon het. Je zit met je ex, de kinderen en je ligt aan de monitor, en toen begonnen ineens ook allerlei rekeningen binnen te stromen. Het is te schandalig voor woorden. Ik was al ontredderd, en dan gebeurt dat. Mijns inziens heeft de advocaat zorgplicht, en dat vertrouwen heeft hij beschaamd.”
Volgens Noorman is Van Diepen Van der Kroef als kantoor niet te vertrouwen. “Het is een kantoor dat op deze manier geld verdient. In mijn geval: ik belandde in het ziekenhuis, en toen wilden zij snel meer zekerheid en begonnen ze te incasseren.” Hij zegt dat hij een nieuwe advocaat in de arm heeft genomen, die de echtscheiding voor 17.000 euro heeft geregeld. All in.
Advocaat Oomen was niet bereikbaar voor commentaar.