Ogenschijnlijk onbewogen neemt Hans Westenberg, ex-rechter, plaats in het getuigenbankje in één van de zalen van de rechtbank Utrecht. Even daarna mag hij kiezen tussen de eed of de gelofte van rechter-commissaris Eelkema die zijn getuigenverhoor afneemt. “Zo waarlijk helpe mij God almachtig.”
En zo rolt vloeiend de eed uit zijn mond die hij als magistraat misschien wel honderden malen heeft aangehoord, maar dan in toga, terwijl Beatrix over zijn schouder mee keek. Ditmaal draagt hij een pak en staart de Koningin hem vanaf de andere kant aan.
De ex-rechter zit hier vandaag omdat Chipshol duidelijkheid wil omtrent zijn handelen inzake een aantal procedures in de periode ’93 – ’97 toen hij op de Haagse rechtbank werkte. Hij wordt door hen verdacht van partijdigheid en mogelijke belangenverstrengeling. Wees Westenberg zichzelf doelbewust, en mogelijk op verzoek van derden, de Chipshol-zaken aan zichzelf toe? Besprak Westenberg de zaak met collega rechter Pieter Kalbfleisch, die zakelijke banden had met Harry van Andel, ooit tegenpartij van Chipshol? Oordeelde hij bewust in het nadeel van de grondontwikkelaar? Zomaar wat vragen.
Gortdroog
Eerst worden de aanwezigen getrakteerd op een gortdroog verhoor over de bestuurlijke en procedurele gang van zaken van de Haagse rechtbank destijds. Achterin knikkebollen enkele toehoorders. Centraal in dit deel van het verhoor betreft de wijze van zaakstoedeling. Westenberg bleek op een cruciale positie te zitten waardoor hij grote invloed had op de wijze van zaaksverdeling onder de rechters.
Westenberg zat zowel een kort geding in ’96, als een pleidooi in een bodemprocedure in ’94, tussen Chipshol en Van Andel voor. Naar hij zelf verklaart een ongebruikelijke combinatie. Uit een latere procedure trok hij zich noodgedwongen terug. Hoe kwamen die zaken bij hem terecht?
De ex-rechter beweert niet te weten of hij dat uit hoofde van zijn functie zelf heeft kunnen doen, en zo ja, of hij bewust het pleidooi in de bodemprocedure aan zichzelf heeft toegewezen: “Waarschijnlijk was ik gewoon aan de beurt.” Veel herinnert Westenberg zich niet meer, want het betroffen volgens hem administratieve afhandelingen die zich niet in zijn geheugen als uitzonderlijk nestelden.
Hoe is dan toch het kort geding bij u terecht gekomen wil Eelkema weten? Westenberg maakte geen deel uit van de kg-unit van de Rechtbank. “Dat is me gevraagd.” Door wie, dat weet Westenberg niet meer: “Waarschijnlijk door president Van Delden of iemand van de kg-Unit. Ook kan het een advocaat van één van de partijen zijn geweest die dat praktisch vond.”
Belangenverstrengeling
Een anonieme brief, die zwaar meewoog om het getuigenverhoor toe te wijzen vertelt een ander verhaal over de zaakstoebedeling: “Omdat P. Kalbfleisch deze zaak zelf vanwege belangenverstrengeling en vriendschap met de heren Van Andel niet kon doen, heeft hij zijn collega en vriendje J.W. Westenberg gevraagd deze zaak als rechter te behandelen en zo is het ook gegaan.”
Westenberg wordt daarom ook doorgezaagd over zijn banden met Pieter Kalbfleisch. “Ik ben slechts eenmaal op zijn verjaardag geweest. Verder kwamen we niet bij elkaar over de vloer,” verklaart hij over die connectie. Westenberg zegt verder niet inhoudelijk door hem op de rechtbank benaderd te zijn over de zaak. “Dat zou ik wel hebben onthouden, zoiets uitzonderlijks vergeet je niet.” Om er aan toe te voegen dat als dat wel gebeurd zou zijn, diegene die op een aantekening in zijn personeelsdossier kon rekenen.
Kat’s spyware
Opeens is er rumoer want de parketpolitie komt plots met drie man de rechtszaal binnenstormen met de mededeling dat er opnameapparatuur naar binnen is gesmokkeld. De politie wil weten wie dat is. Als niemand reageert wordt er gedreigd met het één voor één fouilleren van de aanwezigen. Iedereen kijkt naar journalist-provocateur Micha Kat die daarop subiet opspringt en verklaart een camera bij zich te hebben. “In mijn rugzak, maar die staat uit,” verklaart Kat die terstond wordt afgevoerd. Op zijn website klokkenluideronline zijn de heimelijk gemaakte opnames van Westenberg’s eedaflegging inmiddels te bewonderen.
Het verhoor gaat door, maar even later benadert een bode rechter-commissaris Eelkema met de mededeling dat de politie haar wil spreken. Eelkema trekt zich terug naar de raadkamer. Het verhoor wordt een dik kwartier stilgelegd. Na terugkomst vermaant ze de aanwezigen geen opnameapparatuur te gebruiken op straffe van deportatie.
Mantra: Ich habe nicht angerufen
Uren na het afleggen van de eed wordt Westenberg ondervraagd over zijn handelen rondom de bodemprocedure van ’94 waar hij advocaat Hugo Smit tegenover zich vond. Hoe ging dat ook al weer? “Ik heb niet gebeld met de heer Smit,” houdt Westenberg vol. Het is inmiddels een mantra geworden voor wie de zaak de afgelopen jaren gevolgd heeft. En bovendien een leugen onder ede voor iedereen met gezond verstand, maar zonder meestertitel. Het is geen verassing want Westenberg moet wel. Er lopen immers nog een schadeclaim van advocaat Hugo Smit, en een onderzoek wegens meineed door de Rijksrecherche naar hem.
De advocaten van Chipshol confronteren Westenberg met een aantal passages uit brieven, die het gedrag van de rechter op die bewuste zitting uit ’94 beschrijven. Onwillig, onbeschoft, partijdig, geïrriteerd, hij kapte Smit af in zijn pleidooi na een half uur. Westenberg daarop: “Ik heb kennelijk een andere beleving van die zitting.”
Westenberg zegt zich niet te herkennen in het door de Chipshol-advocaten geschetste beeld. Eelkema vraagt of het emotioneel was tussen hem en Smit. “Nee, niet emotioneel. Wel was de toon scherp en soms onaangenaam. Maar hij hield een pleidooi vol irrelevante zaken. Ik had hem ook kunnen vertellen dat hij er helemaal mee op kon houden.” Westenberg onderstreept nogmaals niet gebeld te hebben met Smit. “Dat is mijn secretaresse geweest.”
Eelkema wil van hem weten hoe hij dit zo stellig weet. “Dat is omdat ik zeker weet dat ik niet gebeld heb. Er is nader onderzoek geweest door de president, Van Delden. Als hij iets had gevonden bij zijn onderzoek dat niet volgens de regels was dan had ik hier niet gezeten. Dan had hij mij van de Chipshol-zaken afgehaald.”
Aan het einde van de dag komt Westenberg goed weg. Het is half zes en de tijd zit er op, maar de vragenlijst van Chipshol is nog lang niet afgewerkt. Rechter-commissaris Eelkema houdt het voor gezien. De Chipshol advocaten willen hem snel weer terug in de getuigenbank, maar krijgen het deksel op de neus. Jan Poot die is overgekomen uit Zwitserland protesteert nog maar het helpt niets. Verwacht wordt dat Westenberg dit jaar niet meer terugkeert. Wordt vervolgd…
Volgende week het verslag van het verhoor van Stibbe-advocaat Tim de Greve en Bert van Delden. De laatste wordt op dit moment verhoord.