Het gerechtshof Arnhem heeft geen straf opgelegd aan de voormalige Groningse rechter Wedzinga wegens het ten onterecht voeren van de titel advocaat. Die kwestie is “op verzoek van de verdachte” terugverwezen naar de rechtbank in Groningen, hoewel het hof van oordeel is “dat verdachte (op zijn minst) bewust heeft gesuggereerd dat hij advocaat was en derhalve een valse hoedanigheid heeft aangenomen”.
Wedzinga krijgt van het hof wel straf voor het doorbreken van het geheim van de raadkamer: een taakstraf van 200 uur waarvan de helft voorwaardelijk, en een voorwaardelijke boete van 2500 euro.
Bewezen wordt geacht dat hij vertrouwelijke informatie heeft gelekt ten tijde van zijn raadsheerschap bij het gerechtshof te Leeuwarden. De voormalig raadsheer gaf tijdens behandeling van zijn zaak schuld toe. Het hof acht Wedzinga enigszins verminderd toerekeningsvatbaar en legt een mildere straf op, daar hij publiekelijk al aan de schandpaal is genageld.