De beslissing van de rechtbank Haarlem dat Luchthaven Schiphol € 16 miljoen aan projectontwikkelaar Chipshol moet betalen als schadeloosstelling kan niet in stand blijven, omdat verschillende klachten van Chipshol en van de Luchthaven over de omvang van de schade gegrond zijn. Op deze punten wordt het vonnis vernietigd en moet de zaak opnieuw worden behandeld door het hof Amsterdam. Dat heeft de Hoge Raad vrijdag beslist.
Het hof zal onder meer moeten onderzoeken of kosten die Chipshol stelt te hebben gemaakt voor deskundige bijstand en belastingschade, alsnog voor vergoeding door de Luchthaven in aanmerking komen.
Het hof zal ook moeten beoordelen of de vergoedingsplicht van de Luchthaven moet worden verminderd “wegens eigen schuld van Chipshol in verband met het niet indienen van een nieuwe bouwaanvraag na de intrekking van het bouwverbod,” aldus het persbericht van de Hoge Raad. Verder zal het hof moeten bekijken of de schade die Chipshol vordert reeds (gedeeltelijk) is vergoed als gevolg van schikkingen die Chipshol met de provincie Noord-Holland en de gemeente Haarlemmermeer heeft getroffen. En ten slotte moet worden onderzocht wat de eventuele waardevermeerdering als gevolg van de opheffing van het bouwverbod betekent voor de door de Luchthaven Schiphol te betalen schadevergoeding.