“Oncreatief”. Zo noemt senior partner Arnold Croiset van Uchelen van Allen & Overy de toekomstvoorspellers die menen dat het beroep van advocaat door standaardisatie en ICT-ontwikkelingen wordt bedreigd. “De werkelijkheid is altijd weerbarstiger dan modellen. Ik kreeg gisteren nog iets binnen dat een vrij basale kwestie leek over een letter of credit en toen kwamen er toch weer veel vragen op waarvan we bedachten: dat is eigenlijk nergens geregeld.” Deel II in een serie interviews over de advocatuur en de gevolgen van de kredietcrisis.
Standaardisatie in de juridische sector is absoluut een trend, maar het is aan de advocatuur om daar juist op in te spelen, stelt Croiset van Uchelen. “Wij staan cliënten bijvoorbeeld bij met het opstellen van modellen en handleidingen. Je maakt jezelf daarmee inderdaad overbodig voor die standaardgevallen, maar voor de overige – de high end – gevallen blijft toegesneden advies nodig. Dat is precies de markt waarin wij opereren.”
Van Uchelen erkent dat er risico’s verbonden zijn aan het delen van je kennis met de cliënt, maar het versterkt wel de bestendige relatie met die klant. “Er wordt inderdaad meer gepitcht dan vroeger, maar de meerwaarde groeit als je langer bij elkaar blijft. Je leert elkaar en elkaars werkwijze en behoeftes steeds beter kennen. Onze cliënten weten dat te waarderen.” Op de vraag wat en hoeveel kennis je ‘gratis’ weggeeft, zegt hij: “De relatie met de cliënt is daarin bepalend.”
Een andere randvoorwaarde voor het investeren in de cliënt: het vergt een bepaalde omvang van kantoor. “We hebben hier bijvoorbeeld een hoop support lawyers rondlopen, experts die al tevoren in bepaalde materie zijn gedoken en waarvan de kosten niet aan cliënten worden doorberekend. Daardoor kunnen we snel en efficiënt werken. Voor kleinere kantoren ligt dat natuurlijk vaak wat moeilijker.”
Regulatory reflex
Van Uchelen werd senior partner bij Allen & Overy in een roerige periode. Vrij snel na zijn aantreden moest er als gevolg van de kredietcrisis worden gereorganiseerd, maar de rust is nu weergekeerd, aldus de senior partner. En het werk trekt aan, mede als gevolg van de “regulatory reflex”, stelt hij. “Als reactie op de kredietcrisis zie je nu dat regeringen de oplossing instinctief gaan zoeken in meer regels en toezicht. Dat gaat tot meer werk voor advocaten leiden. Als kantoor geloven wij overigens niet direct dat meer regels en toezicht de oplossing zijn voor het voorkomen van een volgende crisis.”
Amerikaanse verhalen dat de toenemende juridisering de innovatie in de weg staat, zijn volgens Van Uchelen zo oud als de weg naar Rome. Al wijst hij er wel op dat het juridische systeem van een land van invloed is op de mate waarin er sprake is van een remmende werking. “In de Verenigde Staten heb je bijvoorbeeld de procedure van de discovery: daarbij moet je eerst bewijs vergaren voor alles wat relevant zou kunnen zijn in een zaak. Discovery leidt tot langdurige en kostbare fishing expeditions. De Verenigde Staten kennen voorts geen proceskostenveroordeling en dat is een premie op litigation. En er wordt gewerkt met een jury. Dat heeft een zekere mate van onvoorspelbaarheid tot gevolg.”
Van Uchelen heeft zeker begrip voor de huidige wens van bedrijven om de juridische kosten omlaag te brengen, maar dat zal de bestaande relaties “niet verzuren”. Gaat uurtje-factuurtje helemaal de deur uit? Geen sprake van. “De basis is bij ons nog altijd de urendeclaratie, al maken we er vaak wel allerlei afspraken omheen.”
Marktpositie Allen & Overy
Gevraagd naar de positie van Allen & Overy ten opzichte van de concurrentie, zegt Van Uchelen dat het kantoor een wereldwijde speler is, maar ook een kantoor met stevige ankers in de nationale markt. Oftewel: global player, locally rooted. “Wij zijn natuurlijk sterk betrokken bij het internationale bedrijfsleven, maar we doen zeker ook zaken met veel couleur locale. Om een voorbeeld te noemen: we hebben hier veel zaken gedaan rond de splitsing van gereformeerde kerken, en de vraag welke stroming het kerkgebouw mocht behouden. Wij vinden het heel belangrijk om dat soort zaken te blijven doen.”
Voor wat betreft recruitment doet Allen & Overy het thans “iets rustiger aan”. “Het werven van nieuwe mensen gaat nu wat gemakkelijker dan een tijdje geleden. Maar we maken ook niet de fout om te stoppen met werven, want dan kom je later in de problemen. Ik schat dat we dit jaar ongeveer 20% minder stagiaires aannemen.”