Een agent van het parket van de rechtbank Assen is volgens Rotterdamse advocaat S. Karkache een racist, de Roosendaalse advocaat H. van Asselt stelt in de rechtszaal dat Polen “harder zuipen dan ze werken” en in Amsterdam is bij het liquidatieproces een ‘rondetafelconferentie’ nodig om de hoog oplopende gemoederen tussen rechters en advocaten te bedaren. Drie volstrekt uiteenlopende kwesties, maar telkens met advocaten in de hoofdrol. Vraag: zijn dit incidenten, of is er sprake verruwing binnen de advocatuur?
Zaak 1: De Rotterdamse advocaat S. Karkache moet zich voor de rechter verantwoorden omdat hij een agent van de rechtbank Assen twee jaar geleden zou hebben uitgemaakt voor ‘nazi’ en ‘racist’, meldt het Algemeen Dagbladmaandag. Volgens het openbaar ministerie heeft de advocaat zich schuldig gemaakt aan smaad en laster.
Karkache, van Marokkaanse afkomst, zou tegen de agent zijn uitgevallen toen hij in 2007 de rechtbank in wilde om een cliënt bij te staan. Omdat hij geen advocatenpas kon tonen, moest hij langs de beveiliging. “Ik werd boos omdat blanke collega’s zonder pas wél mochten doorlopen. In mijn ogen is dat racistisch en dat heb ik gezegd. De term ‘nazi’ heb ik nooit gebruikt,” aldus Karkache tegen de krant. De zaak wordt volgende maand behandeld door Groningse rechters.
Zaak 2: De Roosendaalse advocaat Henk van Asselt verklaarde op een rechtszitting dat Polen “harder zuipen dan ze werken”, en dat je het Roosendaalse centrum niet meer in kunt lopen “zonder tegen lallende Polen op te lopen”. Hij verdedigt volgens BN de Stem op die manier zijn cliënt, die terechtstaat wegens mishandeling van een Pool.
Polen boos, de deken sust (“Ik kan slechts in zijn algemeenheid zeggen dat een advocaat redelijk wat vrijheid heeft in de keuze voor de verdediging van een cliënt”) en ervaringsdeskundigen relativeren of ontkrachten. En meester Van Assel zelf? “Ik zou me de volgende keer misschien wat diplomatieker uitdrukken. Het is ook niet mijn bedoeling geweest om een hele groep in diskrediet te brengen, maar ik blijf ernij dat je in het uitgaansleven nogal eens dronken Oost-Europeanen tegenkomt en dat levert soms problemen op.”
Zaak 3: Advocaat Marnix van der Werf krijgt de rechters in het Amsterdamse liquidatieproces op de kast. De wrevel in de rechtszaal loopt steeds verder op, en dan laat Van der Werf zijn “bommetje” (Het Parool) vallen. “Als u liever heeft dat er in deze zaak helemaal geen verdediging wordt gevoerd, moet u het maar zeggen.”
Voorzitter Lauwaars reageert als door een wesp gestoken: “Dit is een nogal schandalige suggestie! We doen er alles aan om u de ruimte te geven. Ik vind dit wederom een uiterst opgepaste opmerking”. Een uur durende ‘rondetafelconferentie’ met advocaten, officieren van justitie en rechters klaart de lucht.
Laat de advocaat zich vaker verleiden tot verbale uitbarstingen? Of wordt hij vaker geprovoceerd? Laat het ons weten en reageer!