Joost Tonino, de oud-officier van justitie, maakt de overstap naar de advocatuur. Hij is voor zichzelf begonnen in een specifieke tak van de strafrechtadvocatuur. “Ik word een lawyers’ lawyer.” Een kort vraaggesprek.
Waarom de overstap van het OM naar de advocatuur?
”Ik was toe aan iets nieuws. Ik ben nu twaalf jaar bezig voor het OM en al vijftien jaar voor justitie. Ik ben voornamelijk geïnteresseerd in de inhoudelijke kant van het werk en niet zozeer in een managementfunctie. Ik had moeite een nieuwe uitdaging te vinden bij het OM.”
Hoe zit het met belangenconflicten, u heeft een aardige dossierkennis opgebouwd bij het OM.
”Dat is iets waar iedere overstapper mee te maken krijgt. Uiteraard kan ik van die kennis geen gebruik maken. Als zoiets zich voordoet, dan neem ik de zaak niet aan.”
Wat gaat u doen?
”Met name handhavingvraagstukken, financieel-economische fraude, bestuursstrafrecht en zaken waarbij deskundigheid nodig is over hoe bijvoorbeeld onderzoeken uitgevoerd moeten worden. Denk daarbij aan allerlei toezichthouders, andere advocatenkantoren en bedrijven. Maar ook het OM kan ik bijstaan voor een second opinion. Eigenlijk is dit een heel nieuw soort strafrechtadvocatuur doordat ik meer een soort business-to-business lawyer ben, een lawyers’s lawyer. In Amerika is dat al vrij gewoon.”
Heeft u al zaken?
”Ja, maar daar kan ik niets over kwijt. Die zitten in de sfeer van het eerder genoemde vakgebied.”