Twee en een half jaar na de oprichting is Noord West advocaten failliet. Onderzocht wordt of een doorstart mogelijk is voor de Noord-Hollandse sociale advocaten. Oorzaken zijn tegenvallende opbrengsten en problemen met omschakeling naar een commerciële organisatie. “We zijn te optimistisch geweest.”
Afgelopen donderdag werd het faillissement van Noord West bekend gemaakt.
Jaap Burgers, woordvoerder van Noord West Advocaten legt uit waarom het misging: “Er is hard aan getrokken maar de oorspronkelijke plannen hebben we niet waar kunnen maken. Er is een opbrengst per fee-earner bedacht, maar er is uiteindelijk niet voldoende omzet gemaakt.”
Noord West Advocaten kwam in 2005 voort uit Bureau Rechtshulp. Vanuit drie vestigingen, in Zaandam, Haarlem en Alkmaar zetten ongeveer zestien advocaten zich in voor rechtshulp aan financieel minder bedeelden.
“We zaten met hoge kosten, nog van voor de privatisering. En er zijn tegenslagen geweest met de cultuuromslag, de instroom van nieuwe cliënten en personele bezetting. Toch geloof ik dat we een zelfstandige, rendabele praktijk kunnen voeren. De curator is er mee bezig, begin april weten we meer,” aldus Burgers.
Als er een doorstart komt, zal dat niet op de sterkte zijn die Noord West voorheen had. Alleen de vestigingen in Haarlem en Alkmaar gaan misschien verder. Het kantoor in Zaandam komt zeker te vervallen. En de mankracht gaat omlaag. Van de oorspronkelijke zestien advocaten heeft een aantal besloten elders aan de slag te gaan. Één advocaat is al weg en twee hebben concrete plannen voor vertrek.
Het faillissement van Noord West staat niet op zichzelf. In de jaren hiervoor gingen al meerdere kantoren voor de sociale advocatuur failliet. Veel advocatenkantoren voortgekomen uit Bureau Rechtshulp kenden problemen met de omschakeling naar een commerciële praktijk.
Sinds eind 2005 bestaat Bureau Rechtshulp niet meer in haar oorspronkelijke vorm. De bureaus moesten van de overheid privatiseren of doorgaan als Juridisch Loket. Vanuit politiek en advocatuur was er kritiek op de vermenging van publiek geld en de commerciële verdiensten van de bureaus.