Op 19 februari worden op de effectenbeurs in Amsterdam voor het laatst aandelen Stork verhandeld. Opnieuw komt een oer-Nederlandse onderneming in handen van een buitenlandse partij, in dit geval het Britse private equityfonds Candover. De twee juristen op het hoofdkantoor in Naarden, Jan Pieter Witsen Elias en Harriet Defesche, hebben hectische maanden achter de rug.
Door: Micha Kat
Begin 2006 viel de eerste brief van de hedgefondsen Centaurus en Paulson op de mat. Daarin werd aangedrongen op opsplitsing van het Stork-conglomeraat, dat bestaat uit de onderdelen Technical Services (TS, 6000 medewerkers), Aerospace (3000) en Food Systems (FS, 1100); dat laatste onderdeel wordt thans ‘gedesinvesteerd’. Hectische maanden? Je zou het ook een juridische thriller kunnen noemen waar John Grisham een puntje aan zou kunnen zuigen: op een gegeven moment rollebolden zeven advocatenkantoren over elkaar heen in de procedure voor de Ondernemingskamer. Een onbetaalbare ervaring voor het legal team van Stork: if you can make it there, you can make it anywhere.
Jan Pieter Witsen Elias, Director Legal Affairs & Company Secretary: “De notering was een leuke extra dimensie in ons werk. Die valt nu dus weg, samen met onze groep Investor Relations. Maar daar staat allerlei nieuw werk tegenover vanuit de invoering van het private equity-regime.” Op tafel staat een unieke tombstone die de closing van de publieke tot private operatie vereeuwigt. Die bestaat uit drie delen waarin een zilveren vliegtuig het onderdeel Aerospace symboliseert, een helm het onderdeel Technical Services en een gebraden kip Food Systems. Het deel met de kip kan worden weggenomen uit de tombstone; het wordt verkocht aan een partij uit IJsland.
Vóór en na
Jan Pieter Witsen Elias zat voor de komst van de ‘sprinkhanen’ rustig in Boxmeer bij FS en Stork Prints waar hij een typische ‘bedrijfsjuridische huisartsenpraktijk’ runde. Harriet Defesche zat toen al lange tijd op het hoofdkantoor waar ze zich vooral bezighield met M&A. Beiden hebben hun juridische wortels in de advocatuur, al is dat lang geleden. Hun werk na de komst van hedgefondsen bestond bijna volledig uit het ‘managen’ van de discussies met de aandeelhouders en het overnameproces. Nu het stof is neergedaald en de toekomst van Stork duidelijk is, keert de orde van de dag langzaam weer terug. Defesche: “Een half jaar geleden hadden we nooit de tijd gehad een hele ochtend met je te praten.”
De twee hebben gedurende het hele proces hecht samengewerkt als team, waarbij Witsen Elias een enorme hoeveelheid extra werk moest verstouwen als CS vanwege alle vergaderingen van de raad van commissarissen die het gevolg waren van het proces. Defesche zag dat haar M&A-praktijk er een complete dimensie bij kreeg nu haar eigen onderneming target werd. Tot het moment suprême hield ze zich bezig met onder meer de acquisitie van Townsend in de VS en de verkoop van Stork Prints. Witsen Elias kreeg na zijn overstap uit Boxmeer door alle discussies ‘een spoedcursus vennootschapsrecht’. Wat deden ze nadat de intenties van de twee hedgefondsen duidelijk werden? Defesche: “We hebben snel De Brauw erbij gehaald.” Witsen Elias: “En ABN Amro, onze huisbank.”
De ‘aanval’ van de hedgefondsen op Stork had niet alleen grote gevolgen voor de onderneming zelf. Juist omdat Stork uitstekend presteerde diende de vraag zich aan: waar bemoeien deze Engelse fondsen zich mee? Waar kunnen ze anders op uit zijn dan op korte termijn-gewin ten koste van de vennootschap? Het zette een felle publieke discussie in gang over de rol van (buitenlandse) hedgefondsen die zelfs leidde tot (april 2007) een hoorzitting in de Tweede Kamer over de rol van deze ‘activistische aandeelhouders’, ‘bedrijvenopkopers’ of ‘sprinkhanen’. NRC Handelsblad sprak bij die gelegenheid zelfs van ‘perverse fondsen’.
Feit is dat hedgefondsen een minimum aan openheid betrachten. Defesche: “Na die brieven van Centaurus en Paulson ga je toch onderzoek doen, maar hun websites geven amper bruikbare informatie.” De brieven hadden als gevolg dat er een public to private-onderzoek volgde. Witsen Elias: “Dat betekent in essentie dat je onderzoekt of er kopers voor jezelf te vinden zijn tegen acceptabele voorwaarden. ABN Amro ging partijen in de markt benaderen. Je doet een interne due diligence en overlegt voortdurend met adviseurs.” Aanvankelijk leidde het onderzoek tot de conclusie dat Stork beter aan de beurs genoteerd kon blijven. Maar eind november 2007 kwam de deal met Candover rond met als gevolg de delisting. De twee hedgefondsen die alles in gang hebben gezet kunnen hun belang van 31,4% van de aandelen verzilveren voor 48,40 per aandeel.
De legal group van Stork
Bij Food Systems, dat nu wordt afgestoten, zit als jurist Bernard van den Beld; hij wordt thans dus ‘IJslander’. Het grootste onderdeel Technical Services valt weer in twee delen uiteen: Industry Services, onder meer onderhoud van procesinstallaties zoals raffinaderijen, met als juristen Jerry van de Weert en Yok Yieng Wat (vooral contracten, grote projecten, disputen en klein M&A) en Industry Specialists, een zeer gemêleerde divisie die onder meer actief is in turbines en ketels en het testen van allerlei materialen. Bij Industry Specialists werken de juristen Christine van Smeden en Paula van Egmond. Zij hebben een brede en hectische praktijk, waarbij grote contracten passeren en onder meer ook arbeidsrecht wordt beoefend. Van Smeden en van Egmond hebben een legal risk game ontwikkeld waarmee duidelijk gemaakt wordt met welke juridische risico’s rekening dient te worden gehouden bij het afsluiten van contracten.
De luchtvaart-poot (ook wel aangeduid met ‘Fokker’) kent een afdeling Aerospace Services (onderhoud, onderzoek bij crashes, ombouw van verkeersvliegtuigen tot privé jets) en Aerospace Industries (fabricage vliegtuigdelen). Bij services zitten Sandra Weustink (in de VS, veel M&A) en Peter Valter. Aerospace Industries maakt onder meer onderdelen voor de Joint Strike Fighter en de militaire helikopter NH-90, gevoelige business met specifieke juridische voetangels. Mark van Keller houdt dat als jurist allemaal nauwkeurig in de gaten. De civiele contracten van de afdeling (ondermeer Airbus, Gulfstream) worden juridisch bewaakt door Erik van der Gaag. Ten slotte is er nog het bedrijfsonderdeel Fokker Elmo dat ‘doet in’ bedrading voor vliegtuigen. Hier neemt Richard Hart Nibbrig de juridische honneurs waar.
Stork kent naast de bedrijfsjuristen pur sang nog een groep contracts managers (8 man, worden er 10) die toezien op de uitvoering van de contracten. Dit zijn juristen en techneuten. Vooral de grote contracten van Aerospace zijn uiterst gecompliceerd en vereisen speciale zorg.
Debt push down
Wat zijn nu de belangrijkste juridische gevolgen van de public to private-operatie? Jan Pieter Witsen Elias: “De vennootschappelijke structuur moet worden aangepast nu we van NV een BV worden en de statuten vernieuwd. Daarnaast moet er een juridische fusie tot stand worden gebracht tussen Stork en London Aquisition, het vehikel van Candover dat ons de iure overneemt.” Harriet Defesche: “Candover betaalt de overname met bankleningen, maar die banken stellen daarbij allerlei eisen aan ons omdat wij het collateral vormen voor hun leningen aan Candover. Zo daalt de schuld van Candover als het ware op ons neer: dat noemen we debt push down. Het gevolg is dat de banken aan bepaalde bedrijfsbeslissingen zoals grotere overnames goedkeuring moeten verlenen. Dit heeft weer tal van gevolgen voor onze corporate governance.” Candover, dat twee commissarissen levert in een nieuwe Raad van Commissarissen van (binnenkort) zes personen volgt de gang van zaken natuurlijk ook nauwlettend. Witsen Elias: “In principe blijft Tabaksblat grotendeels gehandhaafd, maar de code is wel minder relevant geworden nu we van de beurs gaan en slechts een enkele aandeelhouder hebben.” Beide juristen zijn ook nog druk met de afwikkeling van de desinvestering van Food Systems en de uitkoop van het laatste restje onbekende aandeelhouders (0,5%).
Litigation
Het juridische gevecht tussen de hedgefondsen en Stork bij de Ondernemingskamer is nu al een van de landmark cases in het Nederlandse vennootschapsrecht. Centaurus en Paulson stonden tegenover Stork, de Stichting Stork, de Raad van Commissarissen, de vakbonden, de VEB en de Ondernemingsraad. De hedgefondsen probeerden via hun aandelenbelang een koerswijziging af te dwingen, waarbij Stork alleen verder zou gaan met de luchtvaartpoot. Toen de ‘activistische aandeelhouders’ de macht daadwerkelijk dreigden te gaan overnemen, werd via de Stichting Stork een beschermingsconstructie in stelling gebracht met zogeheten ‘beschermingspreferente aandelen’.
Dit pikten de hedgefondsen niet. Via een van zijn beroemde ‘onnavolgbare polder-arresten’ bepaalde de Ondernemingskamer dat de beschermingsconstructie onrechtmatig was, maar dat de hedgefondsen hun voorstellen niet in stemming mochten brengen. Om te voorkomen dat de hedgefondsen in de toekomst de agenda zouden kunnen gaan bepalen, werden drie ‘supercommissarissen’ aangesteld die de agenda mochten vaststellen, een nieuw soort beschermingsconstructie dus. Ook werd een enquête gelast naar wanbeleid.
Witsen Elias: “Op de zitting zat de zaal stampvol. Een unicum was dat de VEB aan onze kant stond en niet aan die van de activistische aandeelhouders.” Zeven advocatenkantoren traden in deze zaak op: voor de hedgefondsen was dat Freshfields (Jan Willem van der Staay). Voor Stork stond een team klaar van De Brauw met Sjoerd Eisma, Lodewijk Heijmans van den Bergh en Ruud Hermans. Witsen Elias en Defesche: “Maar we willen ook graag Jolbert Smilde en Rifka de Winter noemen die als medewerkers hebben geëxcelleerd.” De Raad van Commissarissen werd bijgestaan door Nauta Dutilh met Hein Hooghoudt, Eric Hammerstein en Daniela Strik. Namens de drie ‘supercommissarissen’ trad Stibbe op (Paul van den Hoek en Fons Leyten), terwijl stand alone-vennootschapsgoeroe Mick den Boogert (half Allen & Overy en half Loyens & Loeff als of counsel) de belangen van de Stichting Stork verdedigde. Dan hebben we nog Jurjen Lemstra van Pels Rijcken voor de VEB en Marnix Holzer van DLAPiper voor de OR. Maar hiermee zijn we er nog altijd niet: voor de vakbonden trad Paul Bosch op van Bosch en Ruijter Advocaten. Later, toen Candover in het spel kwam, kreeg Stork ook te maken met Clifford Chance (Thijs Alexander). Dan blijft van de top notch-kantoren eigenlijk alleen Allen & Overy nog over. Defesche: “Maarten Muller kwam in de strijd namens het IJslandse LME waarvan Marel deel uitmaakt, de partij die Food Systems gaat overnemen.”
Preferred Suppliers
Als aanvulling op het bovenstaande kunnen nog worden genoemd Jan Willem de Boer van De Brauw die zich namens Stork speciaal bezigheid met de overname door Candover en Jaap Feenstra van Nauta Dutilh de zich boog over de mededingingsrechterlijke aspecten van de verkoop van Food Systems. Willem Hoyng van Howrey is de man voor de Stork-octrooien als daar heibel over uitbreekt. Loyens & Loeff is een runner-up bij Stork in de persoon van Freek Jonkhart die de aankoop van Townsend en de verkoop van Stork Prints begeleidde. Bij commerciële geschillen maakt Stork regelmatig gebruik van Stibbe, vooral in de persoon van Toni van Hees.
Jan Pieter Witsen Elias: “We zijn minder trouw aan een select groepje kantoren als vroeger, omdat ook advocaten minder trouw zijn aan hun kantoren.” Voor (aansprakelijkheids)zaken in de VS fungeert het kantoor Cremer Kopon Shaughnessy & Spina te Chicago de rol van coordinator counsel.