Amerikaanse advocaten zijn politieke dieren. Geen beroepsgroep die zo met geld strooit om de kas van presidentskandidaten te spekken. Als het om de pegels gaat heeft Hillary gewonnen.
Het sterft van de advocaten in de landelijke Amerikaanse politiek. Niet alleen in de Senaat en het Congres, maar ook bij het hoogste ambt van het land: 25 van de 43 Amerikaanse presidenten waren ooit actief als advocaat of hadden rechten gestudeerd. De kans dat nummer 44 naadloos in dat rijtje past is groot, tenminste, als een democraat de verkiezingen wint. Zowel Hillary Clinton als Barack Obama hebben hun sporen verdiend als advocaat.
Door: Jacco Kroon
Ook bij mensen die om politici heen cirkelen, zijn advocaten oververtegenwoordigd. Lobbyisten, medewerkers, fondsenwervers, campagnestrategen: de kans is groot dat ze ergens in hun leven door beduimelde wetboeken hebben gebladerd. Tel daarbij op dat advocaten een meer dan gemiddeld belang hebben om de wetgevende macht te beïnvloeden en het zal niet verbazen dat Amerikaanse advocatenkantoren flink in de buidel tasten rond verkiezingstijd.
Hoe flink, bleek uit recente cijfers van het onafhankelijke Center for Responsive Politics. In 2007 gaven advocaten, zowel individueel als via hun kantoor, ruim 46 miljoen dollar aan de 21 presidentskandidaten die over dat jaar in de race waren. Dit bedrag ligt bijna 20 miljoen dollar hoger dan de totale bijdrage van bankiers op Wall Street, de op één na meest vrijgevige sector. De enige groep die de advocatuur nog enigszins op de hielen zit, zijn Amerikaanse gepensioneerden, die samen 38 miljoen uitgaven.
Advocatenkantoren hebben een duidelijke politieke voorkeur. Bijna driekwart van de bijdragen ging naar Democratische kandidaten. Hillary Clinton voert de lijst aan: ze mocht bijna 12 miljoen dollar in haar kas storten. Barack Obama en John Edwards volgen met respectievelijk 9,5 en 8,5 miljoen dollar. De grote vraag nu John Edwards uit de race is gestapt, is in welke kandidaat zijn donors hun geld in de toekomst gaan steken. Clinton en Obama zijn beiden zeer geïnteresseerd.
Tort reform beweging
Een publieke afwijzing van de tort reform-beweging, die paal en perk wil stellen aan gebundelde rechtszaken met miljoenenclaims, zou waarschijnlijk helpen om in het gevlei te komen. Edwards dankte zijn financiële steun voornamelijk aan trial lawyers, de groep advocaten die op no cure no pay-basis rechtszaken aannemen en een percentage krijgen van uitgekeerde claims. Zij zagen Edwards, die zelf zijn fortuin verdiende als trial lawyer, als de beste kandidaat om de tort reform beweging de wind uit de zeilen te nemen.
Hun enthousiasme voor Edwards werd niet gedeeld door grote Amerikaanse advocatenkantoren die op uurbasis werken. Van de contributies van de top-25 kantoren streken Obama en Clinton het leeuwendeel op. Deze kantoren gaven Edwards een beleefde fooi: naar goed gebruik geven politieke donoren alle belangrijke kandidaten in elk geval iets om zich tegen alle politieke risico’s in te dekken.
Een ander interessant aspect van de race is dat van oudsher Republikeinse advocatenkantoren van hun geloof lijken te vallen. Jones Day, dat de Republican Party Committee vertegenwoordigd, maakte het eerste halfjaar van 2007 drie keer zoveel geld over aan Democratische kandidaten dan aan Republikeinse, aldus persbureau Bloomberg. Zelfs het kantoor van Kenneth Starr, de speciale aanklager die Bill Clinton het leven zuur maakte in de Whitewater-zaak, gaf in die periode meer aan Hillary Clinton dan aan alle republikeinen samen. Starr was onbereikbaar voor commentaar.