Door Micha Kat
Opzienbarend was het nieuws dat Gerard Spong het voortouw neemt in een aangifte tegen Geert Wilders wegens het aanzetten tot haat (‘demoniseren’; art. 137d Sr.) zeker. De strafpleiter over zijn drijfveren en over de juridische inkleding van wat een groundbreaking zaak lijkt te gaan worden.
Q: Waarom heeft u tot deze stap besloten? Wat drijft u?
S: De zaak heeft een behoorlijk lange voorgeschiedenis. In december 2007 verscheen van mijn hand een artikel in Strafblad met de titel Haatzaaien: inzake politiek, gelovigen, media en flikkers. Hierin betoog ik al dat Wilders met zijn ‘Koran-kruistocht geen poot heeft om op te staan’ als hij de Koran ‘fascistisch’ noemt. Ongeveer twee weken daarna stond ik een Surinaamse jongen bij die Wilders had bedreigd met een email waarin hij aankondigde dat hem ‘hetzelfde lot zal gaan treffen als Pim Fortuyn’. Ik heb hem verdedigd met een principieel betoog waarin ik een beroep deed op psychische overmacht bij client die werd veroorzaakt door de uitspraken van Wilders. De politierechter ging hier echter niet in mee waarop ik in hoger beroep ben gegaan. Daar weer na op 24 januari kwam die uitzending van NOVA College Tour waarin de aangifte bekend werd gemaakt. Het gaat dus zeker niet om een impuls, al was mijn reactie op het initatief van de studenten wel spontaan.
Q: Namens wie wordt de aangifte gedaan?
S: Ik treed op namens een steeds groter wordende groep studenten, zeg van tussen de 30 en 100 qua omvang. Deze studenten zijn niet alleen afkomstig van de UvA, maar ook van andere universiteiten en vertegenwoordigen een keur aan faculteiten en studierichtingen, tot aan medicijnen toe. Daarnaast doe ik de aangifte namens een Moskee en namens de cabaretier Jörgen Raymann die ik goed ken.”
Q: Tegen welk tarief doet u deze zaak?
S: Het is een pure pro deo. We hebben een toevoeging aangevraagd bij de Raad voor de Rechtsbijstand, maar die werd geweigerd. Samen met kantoorgenoot Gerard van der Meer ga ik daartegen procederen.
Q: Welke rol speelt uw eerdere -mislukte- ‘demoniseringsaangifte’ inzake Pim Fortuyn? In hoeverre zijn beide zaken vergelijkbaar?
S: De parallel is overduidelijk de gelijkstelling met het fascisme. Fortuyn werd vergeleken met kopstukken uit nazi-Duitsland dan wel in verband gebracht met het regime, Wilders doet hetzelfde met de Koran. Ik acht dit beide gevallen van haatzaaien, maar het geval-Wilders vind ik ernstiger omdat hij een complete bevolkingsgroep aanvalt terwijl het demoniseren van Fortuyn zich richtte op louter hemzelf. Die aangifte strandde destijds omdat het Haagse Hof oordeelde dat hij werd aangevallen op zijn politieke agenda en niet op zijn ‘levensovertuiging’ hetgeen een voorwaarde zou zijn voor het in stelling brengen van 137d Sr. In de zaak-Wilders is de godsdienst nu juist de kern van zijn aanvallen, dus deze aangifte lijkt me erg kansrijk. Maar bij de beslissing om de aangifte tegen Wilders op te stellen hebben de ervaringen van toen geen enkele rol gespeeld.”
Q: Heeft u verder nog stilgestaan bij de enorme consequenties die de aangifte kan hebben?
S: We hebben inmiddels meer dan 500 emails mogen ontvangen, 90% sprak steun uit; 10% predikte hel en verdoemenis. Op straat word ik regelmatig aangeklampt en gefeliciteerd. Ik heb echt de vaste overtuiging dat Wilders en zijn uitlatingen een zeer ernstige aantasting vormen van het maatschappelijk klimaat. Hij walst over de gematigde Islam heen en spreekt louter over onthoofdingen en stenigingen. Maar zoals ik al aangaf, aan de aangifte ligt vooral veel studie ten grondslag.”