Ons artikel over mevrouw mr. A. vrisekoop heeft veel stof doen opwaaien. Eén van de vele reacties, die van mr. G. Kemper, deken van Amsterdam, publiceren wij, mede op zijn verzoek hier onverkort.
Amsterdam, 30 november 2007
GK/mlp
Inzake: mevrouw mr. A. Vrisekoop
Geachte dames en heren,
Dezer dagen publiceerde u een artikel van Micha Kat, gewijd aan mevrouw mr. A. Vrisekoop. Beschreven wordt dat de Amsterdamse deken, op dat ogenblik mr. J.M.F.X. van Veggel, geen maatregelen trof nadat mr. Vrisekooop in eerste aanleg door de straf-rechter was veroordeeld voor haar rol bij Landis. Zoals uit het bericht ook blijkt had de deken mogelijke stappen opgeschort in afwachting van een uitspraak in hoger beroep. Het hoger beroep heeft geleid tot een vrijspraak, waarmee vanzelfsprekend niet “bewezen” is dat de deken verstandig handelde maar wel duidelijk wordt dat het niet altijd goed is om snel in actie te komen. Des te merkwaardiger is, dat in het tweede gedeelte van het artikel die aanpak als één met een “zijden handschoen” wordt aangeduid, waar als verklaring aan wordt toegevoegd dat mr. Van Veggel compagnon was van het kantoor Stibbe, waar mr. Vrisekoop in de jaren zeventig als secretaresse aan was verbonden en in welke tijd zij ook nog eens “privé-relaties met partners aanknoopte”. Het ligt op de weg van mr. Vrisekoop zelf om zich al dan niet ertegen te verzetten dat in haar privé-leven wordt geroerd maar ik acht het in ieder geval onheus dat de integriteit van mijn voorganger aldus in twijfel wordt getrokken.
Hoogachtend,
G.J. Kemper, deken