Het faillissementsverslag van Legal Point opgesteld door curator Udink klopt niet volgens Kees Post, directeur bij Juresta. Er wordt in het verslag aangegeven dat Juresta al voor de oprichting van Legal Point contact zou hebben gehad met de kantoordirecteur van Legal Point J.M. de Bruijn. Het contract dat gesloten is met Legal Point, zou mede tot het faillissement van Legal Point hebben geleid. Volgens Post is bij het opstellen van het verslag geen gebruik gemaakt van hoor en wederhoor.
Rectificatie
“De journalist Lex van Almelo die het artikel over het faillissement van Legal Point in het Advocatenblad van 26 oktober 2007 heeft geschreven is blind afgegaan op het faillissementsverslag van Udink en zijn uitspraken, zonder enige hoor of wederhoor toe te passen”, vertelt Post zeer teleurgesteld en boos. “Er is een beeld gecreëerd als zou Legal Point mede failliet zijn gegaan door Juresta. Als reden wordt aangegeven het ‘wurgcontract’ dat wij zouden hebben afgesloten met Legal Point! Het laatste woord is hierover nog niet gesproken en we eisen zeker een goede rectificatie. Inmiddels heeft onze advocaat desgevraagd advies gegeven over te nemen maatregelen komende week, maar ik zal daar op dit moment niet op vooruit lopen”.
Niet gechecked
Zowel Lex van Almelo als de curator Udink geven te kennen hun bevindingen niet te hebben gechecked bij de betrokken partijen van het faillissement. Lex van Almelo is ervan uitgegaan dat het rapport van Udink klopt. Hij geeft aan dat hij dat achteraf gezien wellicht wel had moeten doen. Udink heeft het faillissementsrapport gebaseerd op de bevindingen uit zijn onderzoek bij Legal Point. Voor het faillissementsrapport zijn onder andere de contracten tussen Legal Point en Juresta onderzocht. De eventuele betrokken partijen, zoals Juresta, horen over zijn bevindingen was niet aan hem. “Ik ben toch geen rechter!”, aldus Udink. “Er is echter wel contact geweest tussen Udink en Juresta voor en tijdens het schrijven van het rapport”, voegt Udink hier later aan toe.
Contracten
Legal Point had twee contracten met Juresta: één met Juresta creditmanagement en één met Juresta legalmanagement. “Deze contracten zijn gebruikelijk in de branche. Wij hebben ook met andere advocatenkantoren dergelijke contracten. Legal Point hoefde helemaal niet alle voorschotten in de incassozaken voor te financieren. Zij konden voorschotten en tussentijdse declaraties bij ons krijgen. In de contracten die wij afsluiten met advocatenkantoren prevaleren de gedragsregels en richtlijnen die de Orde van Advocaten heeft opgesteld”, aldus Post.
Fraude
J.M de Bruijn is voormalig jurist geweest en leidde tot 2003 samen met Koos Karstens: het kantoor Karstens & De Bruijn Advocaten Procureurs en Fiscalisten te Barendrecht. In totaal waren daar drie advocaten werkzaam. Later ging het kantoor door onder de naam Legal Point. De Bruijn werd niet toegelaten tot de Balie, vanwege zijn verleden. Hij was veroordeeld tot vier jaar cel vanwege fraude, het plegen van vermogensdelicten en het lidmaatschap van een criminele organisatie. “Juist in deze situatie had het op de weg gelegen van de Orde om op te treden richting Karstens. En om betrokken partijen, de advocaten die daar in loondienst waren, maar ook Juresta, duidelijkheid over deze gang van zaken bij Legal Point B.V. te verstrekken”, aldus Post.
Angst
De Orde van Advocaten te Rotterdam is van mening dat het niet aan hen is om de nieuwe advocaten en advocaat-stagiaires die in de loop van de jaren bij Legal Point zijn komen werken, te waarschuwen voor het criminele verleden van de kantoordirecteur De Bruijn. De Orde geeft aan dat het aan de advocaat, in dit geval Koos Karstens, is om de afweging te maken om iemand met een crimineel verleden aan te nemen.
De angst voor een rechtszaak wegens smaad en laster was reden voor de Orde om de advocaten niet te waarschuwen. De woordvoerster van de Rotterdamse Orde van Advocaten geeft aan dat zij een tweede kans voor iemand met een crimineel verleden laat prevaleren boven de carrière of goede naam en faam van een bij het tableau ingeschreven advocaat.
Ontrafelen
Volgens het faillissementsrapport waren De Bruijn en Juresta al voor de oprichting van Legal Point (april 2003, Red.) bekenden van elkaar. Post geeft echter te kennen dat dit helemaal niet klopt. “Juresta kent Legal Point sinds september / oktober 2003. Karstens heeft Juresta toen benaderd, omdat Legal Point een vordering had bij een bedrijf, waar ook Juresta een geschil mee had. Toen werd er voorgesteld dat als er zaken gedaan konden worden Legal Point dat graag wilde doen. Uiteindelijk hebben wij eind oktober 2003 afspraken gemaakt en werd een overeenkomst gesloten die qua looptijd werd gekoppeld aan andere lopende contracten. Toen pas leerde ik ook De Bruijn kennen. In overleg met de curator mr. Lemstra van de Stichting Derdengelden en met toestemming van de Rechter-commissaris, mr. Slot, zijn wij nu bezig met het ontrafelen van de derdengeldenrekening van Legal Point.”