Het Rotterdamse advocatenkantoor Kien Legal is vorige week failliet verklaard door de Haagse rechtbank. Het onder meer in life sciences en gezondheidsrecht gespecialiseerde kantoor telt zeven advocaten. Volgens de curator vielen er in korte tijd enkele grote cliënten weg, waardoor het kantoor niet langer aan zijn verplichtingen kon voldoen. Het lijkt er daarnaast op dat een onthullend artikel over Kien Legal in de Correspondent van eind 2015 het kantoor hard heeft geraakt.
Door Joris Rietbroek
Curator Henri Bentfort van Valkenburg (DVDW Advocaten) bevestigt dat in ieder geval één ‘plotseling weggevallen’ cliënt een patiëntenvereniging betreft. Oprichter en naamgever Nicole Kien is voornemens haar praktijk in afgeslankte vorm voort te zetten, zegt hij. “Er wordt momenteel gewerkt aan een doorstart; we onderzoeken de mogelijkheden. De advocaten werken intussen gewoon door, zodat de belangen van de cliënten van het kantoor gewaarborgd blijven.” Op de faillissementsdatum (5 april 2016) waren er naast de zeven advocaten twee juridisch medewerkers en drie ondersteunende medewerkers werkzaam op het kantoor.
Kien vroeg zelf het faillissement aan van haar in 2001 opgerichte kantoor, naar eigen zeggen om grotere ellende te voorkomen. Zij bevestigt desgevraagd de lezing van de curator: “Twee van onze cliënten raakten eind vorig jaar in liquidatie en een beursgenoteerde multinational kwam in zwaar weer terecht. Zodoende werd me snel duidelijk dat Kien Legal niet in de huidige vorm kon voortbestaan,” vertelt zij. Een van die cliënten is de per 1 januari 2016 opgeheven Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening, die overigens statutair op hetzelfde adres gevestigd was als Kien Legal.
Nu speelde het kantoor eind vorig jaar de hoofdrol in een artikel van journalistiek platform De Correspondent, met als titel ‘Hoe een advocatenkantoor in naam van de patiënt tegen lagere medicijnprijzen lobbyt’. Hierin werd uitgebreid uiteengezet hoe het kantoor juridische diensten verleende aan patiëntenstichtingen, dat Kien zelf bij de oprichting van enkele stichtingen betrokken zou zijn geweest en dat deze patiëntenverenigingen donaties ontvingen van farmaceutische bedrijven.
Of het faillissement van haar kantoor een direct gevolg is van de publicatie in De Correspondent, durft Kien niet met zekerheid te zeggen. “Het lijkt logisch, maar dat is niet hard te maken,” zegt ze. “Wij hebben ons hoe dan ook nooit herkend in het artikel. Het is niet gek dat een advocatenkantoor met ons specialisme zowel patiëntenverenigingen als farmaceutische bedrijven bedient. Het artikel suggereerde dat dit kwalijk is. Helaas kan ik niet uitsluiten dat potentiële nieuwe cliënten hierdoor te lang hebben getwijfeld of ze nog wel met ons in zee wilden gaan.”