Minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie vindt het niet nodig om een ‘breder onderzoek naar Nederlandse advocaten en notarissen in te stellen’ naar aanleiding van de Panama Papers. Dat laat hij weten in antwoord op Kamervragen van Michiel van Nispen en Arnold Merkies van de SP.
Van der Steur heeft overleg gevoerd met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Bureau Financieel Toezicht (BFT), de integraal toezichthouder op het notariaat. ‘Daaruit is mij gebleken dat het notariskantoor zelf bij het BFT melding heeft gemaakt van de ontstane situatie. Het BFT heeft desgevraagd aangegeven een onderzoek te starten naar de handelwijze van het betrokken notariskantoor. In afwachting van de resultaten hiervan onthoud ik mij van een oordeel over de situatie en zie ik vooralsnog geen aanleiding om een breder onderzoek naar Nederlandse advocaten en notarissen in te stellen,’ aldus de minister, mede namens Eric Wiebes, de staatssecretaris van Financiën.
In algemene zin laat de staatsecretaris nog weten dat notarissen niet mogen meewerken aan het ‘onrechtmatig wegsluizen’van geld. ‘Het is vanzelfsprekend geen taak van het notariaat om mee te helpen onrechtmatig geld weg te sluizen om het buiten het zicht van de fiscus te houden, dat is strafbaar. De notaris is onder meer gehouden zijn dienst te weigeren als zijn werkzaamheden zouden leiden tot strijd met het recht of er met zijn handeling een ongeoorloofd doel of gevolg wordt beoogd. De notaris is bovendien altijd gebonden – ook als hij geen ambtelijke werkzaamheid verricht – aan de beroepsethische regels die voortvloeien uit de KNB-verordeningen,’ schrijft Van der Steur.
Beeld: dennizn / Shutterstock.com