De oppositie is er donderdag niet in geslaagd om extra geld los te peuteren voor de gefinancierde rechtsbijstand. De regeringspartijen CDA, VVD en D66 houden net als minister Dekker vast aan het regeerakkoord, waarin is vastgelegd dat er geen geld bij komt. Dat bleek tijdens het spoeddebat over het rapport van de commissie Van der Meer.
Door Lucien Wopereis
SP, GroenLinks, PvdA, PVV en DENK waren het met elkaar eens: sociale advocaten worden structureel onderbetaald. Het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand behoeft weliswaar hoognodig structureel onderhoud, maar er moet ook zeker geld bij. Dat stelde ook de commissie Van der Meer, die kwam tot een bedrag van 127 miljoen euro extra per jaar. Komt dat geld er niet, dan loopt de toegang tot het recht gevaar: sociaal advocaten dreigen er mee op te houden, en de instroom in de sociale advocatuur neemt af.
De inbreng van de oppositie wordt met gejuich ontvangen door de honderden advocaten op de publieke tribune. De voorzitter grijpt direct in: “Nee, nee. U wordt geacht op geen enkele manier blijk te geven van uw instemming of afkeuring. Dat zou u als advocaten toch moeten weten.” De rest van de middag gaat dat goed.
Minister Dekker houdt de poot stijf, daarin gesteund door de regeringspartijen. Volgens Dekker besteedt Nederland – vergeleken met landen als België of Frankrijk – al veel aan gefinancierde rechtsbijstand, in totaal ruim 400 miljoen euro. Ook per hoofd van de bevolking doet Nederland het heel goed, aldus Dekker. Daar komt bij dat zijn handen zijn gebonden: “Ik kan niet zomaar geld weghalen bij de politie of de rechterlijke macht. Ik vind het eigenlijk ook goed om te opereren binnen de huidige budgettaire kaders. Ik wil de weg van extra geld voor de rechtsbijstand echt afsluiten.”
Volgens Dekker moet het stelsel vooral weer op rails komen door minder instroom. “De gang naar de rechter moet open staan voor mensen die echt geen andere mogelijkheid meer hebben. Nu wordt de stap naar de rechter soms te gemakkelijk gezet. Wat mij betreft is een lagere instroom niet per se negatief,” aldus Dekker. Andere mogelijkheden ziet hij in de wijze van bekostigen van het stelsel (aanbesteding, fondsvorming, opleiding en pro deo werk door de commerciële advocatuur), de inzet legal tech en paralegals. Ook de mogelijkheid dat overheden en uitvoeringsorganisaties verloren rechtszaken tegen burgers zelf moeten betalen, wil hij onderzoeken.
Dekker onderkent dat de weigering om extra geld ter beschikking te stellen gevolgen heeft voor de sociale advocatuur. Die zal in omvang kleiner moeten worden, omdat hij sociaal advocaten wel ‘fatsoenlijk’ wil belonen. “We moeten streven naar een duurzaam stelsel, waarin de toegang tot het recht is gewaarborgd en waarin het aantrekkelijk is om te werken.”
De oppositie blijft het bij monde van Kuiken (PvdA), Van Nispen (SP) en Buitenweg (GroenLinks) en Azarkan (DENK) proberen. Er worden aan het slot van het debat verscheidene motie’s ingediend, die door Dekker allemaal worden ontraden. Voor de zomer moet het structurele plan van aanpak van Dekker voor de rechtsbijstand er liggen.