Bedrijfsjuristen kunnen en moeten een positieve rol spelen bij de bescherming van mensenrechten. Dat betoogt prof. dr. Cees van Dam in zijn oratie Enhancing Human Rights Protection: a Company Lawyer’s Business. Hij aanvaarde met zijn rede op vrijdag 18 september 2015 het ambt van bijzonder hoogleraar International Business and Human Rights aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De leerstoel is ingesteld door Amnesty International Nederland en de Stichting Vredeswetenschappen (SVW).
Bij een groot aantal multinationals werd het beleid op het gebied mensenrechten aanvankelijk ontwikkeld door de afdelingen Public Relations of Corporate Social Responsibility, aldus Van Dam. ‘Juridische afdelingen speelden slechts een beperkte rol, omdat deze bedrijven nauwelijks konden worden aangepakt vanwege hun betrokkenheid bij schendingen van de mensenrechten in andere landen. Dit staat in schril contrast met het vrije handelsverkeer dat op mondiaal niveau zo sterk wordt beschermd. Het handelsverkeer is geglobaliseerd, maar de bescherming van mensenrechten nog niet,’ aldus de hoogleraar.
In zijn oratie presenteert Van Dam zijn onderzoeksagenda. Hij richt zich in belangrijke mate op de vraag of juridische afdelingen een bedrijf ertoe kunnen bewegen om de mensenrechten niet alleen te respecteren, maar ook te verbeteren. ‘Zo kunnen deze afdelingen een positieve kracht worden in het bedrijf en in het deel van de maatschappij waarin het bedrijf functioneert.’
Sinds enige jaren is een trend zichtbaar dat meer juridische instrumenten ontwikkeld worden om bedrijven te kunnen aanpakken. Van Dam gaat in zijn oratie in op de manier waarop beleid op het gebied van mensenrechten wordt ontwikkeld en de rol die de juridische afdeling hierbij speelt: is deze rol inactief, actief of proactief? Van Dam betoogt dat juridische afdelingen gegronde juridische redenen hebben om het bedrijf bij de bescherming van mensenrechten een actieve of proactieve rol te laten spelen.
Cees van Dam is een specialist op het gebied van aansprakelijkheidsrecht en mensenrechten en heeft ruime ervaring op het gebied van mensenrechten in het bedrijfsleven. Naast zijn aanstelling bij RSM is Van Dam ook verbonden aan King’s College London en Maastricht University. Hij heeft ruim 150 publicaties op zijn naam staan, waaronder tien boeken op het gebied van nationaal en internationaal recht zoals Business and Human Rights en European Tort Law. Daarin behandelt hij het aansprakelijkheidsrecht in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie, alsmede jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.