Een secretaresse heeft in 2013 een buitenechtelijke affaire. De man schrijft haar seksueel getinte e-mails: zeer persoonlijk, expliciet en pornografisch. In 2015 wil de werkgever, een advocatenkantoor, van de secretaresse af. Het kantoor brengt daarop de e–mails van de man te berde in de ontslagzaak, om zo af te kunnen wijken van het afspiegelingsbeginsel. ‘Ernstig verwijtbaar handelen,’ stelt het gerechtshof Den Bosch in een uitspraak van 4 februari jongstleden.
Door Lucien Wopereis
Volgens de ontslagbrief is er sprake van ontslag wegens een ‘bedrijfseconomische noodzaak’. De secretaresse mag het veld ruimen na ’tien jaar loyale samenwerking’.
De secretaresse stemt niet in met het voorstel van het kantoor om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, en daarop wordt de toon al snel onaangenamer. Het kantoor brengt de pornografische e-mails van de man te berde in de ontslagprocedure bij het UWV. Volgens het advocatenkantoor gaat het om ‘een kwestie van integriteit’. ‘Begin 2013 is de werkgever namelijk gestuit op een misbruik van het e-mailaccount (…). Vooral bleek sprake te zijn van in hoge mate seksueel getinte e-mailwisseling met (…). Het is voor een advocatenkantoor volstrekt ongepast en onaanvaardbaar dat via de kantooraccount dergelijke contacten worden onderhouden en daar had destijds om die reden een ontslagmaatregel genomen kunnen worden. Dat is dezerzijds toen nagelaten, maar dat laat onverlet dat een werkneemster met een dergelijke integriteitsbeleving niet kan functioneren als enige fulltime secretaresse,’ aldus het advocatenkantoor.
Het hof stelt vast dat de secretaresse in 2013 inderdaad vier seksueel getinte e-mails van de man heeft ontvangen op haar zakelijke e-mailadres, maar ook dat ‘niet is gesteld of gebleken dat [appellante] zelf dergelijke e-mails heeft gestuurd’.
Het inbrengen van de e-mails van de man in de procedure is ‘ernstig verwijtbaar’, aldus het hof. ‘[Praktijk] had zich moeten en kunnen realiseren dat het voor [appellante] uitermate gênant zou zijn wanneer dergelijke e-mails zouden worden geopenbaard. Ook had [praktijk] er rekening mee moeten houden dat dit van negatieve invloed zou zijn op de persoonlijke levenssfeer van [appellante]. Het daadwerkelijk inbrengen van deze mails in de procedure bij het UWV, maakt het handelen van [praktijk] extra verwijtbaar.’
Het hof stelt de ‘billijke’ ontslagvergoeding vast op 10.000 euro. Ook moet het advocatenkantoor de proceskosten betalen.