Een advocaat uit het arrondissement Amsterdam is door de Raad van Discipline geschrapt van het tableau. De in vijf zaken uitgesproken maatregel volgt op vier klachten van afzonderlijke klagers en een dekenbezwaar, stuk voor stuk gegrond verklaard door de tuchtrechter. De advocaat stond zijn cliënten feitelijk niet of nauwelijks bij en was onbereikbaar voor hen. Aan een dekenonderzoek naar de klachten werkte hij niet mee.
Een huurzaak waarin iemand aangemerkt wilde worden als medehuurder, een bezwaarprocedure tegen een niet verleende parkeervergunning, een echtscheiding en een arbeidszaak waarin een werknemer achterstallig salaris van zijn baas eiste: de advocaat in kwestie nam deze relatief overzichtelijke zaken in de afgelopen jaren aan om vervolgens niets meer aan deze cliënten te laten horen. Slechts één van hen ontving nog een opdrachtbevestiging, blijkt uit de uitspraken die de Raad van Discipline Amsterdam op 16 december 2014 deed.
De raad oordeelt dat de advocaat ‘de hem toevertrouwde belangen in zeer ernstige mate heeft verwaarloosd’. Dit terwijl hij in 2013 al een voorwaardelijke schorsing had gekregen en in de zomer van 2014 voor onbepaalde tijd werd geschorst ‘wegens het niet nakomen van toezeggingen, het niet adequaat bijstaan van zijn cliënten, het niet adequaat reageren op aansprakelijkstellingen door cliënten en het niet bereikbaar zijn voor cliënten.’
Uit al deze klachten en het dekenbezwaar rijst wat betreft de tuchtrechter het beeld op dat ‘de gedragingen van verweerder geen incidenten betreffen maar passen in een structureel patroon van volstrekt onvoldoende besef van verantwoordelijkheid en zorgvuldigheid in de wijze waarop hij zijn kantoor organiseert en met betrekking tot de belangen van cliënten. Een beeld van een advocaat die zich niet bewust is van de verplichtingen die passen bij de kernwaarden van de advocatuur. Doordat hij de kernwaarden wezenlijk veronachtzaamt tast hij het aanzien van de advocatuur aan.’
De raad verwacht op basis van de klachten, de tegenwerking van de deken in diens onderzoek en het feit dat de advocaat niet op zijn zitting was verschenen geen verbetering. Bovendien wist de deken nog te melden dat de advocaat zijn kantoor inmiddels had gesloten zonder lopende dossiers over te dragen of zijn cliënten hierover te informeren. Alle reden voor de Raad van Discipline om hem daarom van het tableau te schrappen: “De advocaat heeft het vertrouwen in de advocatuur in zeer ernstige mate geschaad tegenover de vier genoemde klagers en niet die zorg heeft betracht die jegens zijn cliënten in acht diende te worden genomen.”